5
Verwijder alle stekkers van netwerkkabels uit de computer.
6
Haal de stekker van de computer en van alle aangesloten apparaten uit het stopcontact.
7
Sluit het beeldscherm en zet de computer ondersteboven op een plat werkoppervlak neer.
OPMERKING:
U voorkomt schade aan het moederbord door de hoofdbatterij te verwijderen voordat u de computer een
onderhoudsbeurt geeft.
8
Verwijder de hoofdbatterij.
9
Zet de computer met de bovenzijde omhoog.
10 Klap het beeldscherm open.
11
Druk op de aan-uitknop om het moederbord te aarden.
WAARSCHUWING:
halen voordat u de computerbehuizing opent.
WAARSCHUWING:
behuizing aan te raken, zoals het metaal rondom de openingen voor de kaarten aan de achterkant van de computer.
Raak tijdens het werken aan uw computer af en toe een ongeverfd metalen oppervlak aan om eventuele statische
elektriciteit, die schadelijk kan zijn voor interne componenten, te ontladen.
12 Verwijder eventueel geïnstalleerde ExpressCards of smartcards uit de sleuven.
Uw computer uitschakelen
Uw computer uitschakelen: Windows 10
WAARSCHUWING:
U voorkomt gegevensverlies door alle gegevens in geopende bestanden op te slaan en de bestanden
te sluiten. Sluit vervolgens alle geopende programma's voordat u de computer uitzet.
1
Klik of tik op
.
2
Klik of tik op
en klik of tik op Shut down.
OPMERKING:
Controleer of alle op de computer aangesloten apparaten uitgeschakeld zijn. Houd de aan-uitknop zes
seconden ingedrukt, indien uw computer en aangesloten apparaten niet automatisch worden uitgeschakeld wanneer u
het besturingssysteem afsluit.
Uw computer uitschakelen: Windows 7
WAARSCHUWING:
U voorkomt gegevensverlies door alle gegevens in geopende bestanden op te slaan en de bestanden
te sluiten. Sluit vervolgens alle geopende programma's voordat u de computer uitzet.
1
Klik op Start.
2
Klik op Afsluiten.
OPMERKING:
Controleer of alle op de computer aangesloten apparaten uitgeschakeld zijn. Houd de aan-uitknop zes
seconden ingedrukt, indien uw computer en aangesloten apparaten niet automatisch worden uitgeschakeld wanneer u
het besturingssysteem afsluit.
Nadat u aan de computer heeft gewerkt
Nadat u de onderdelen heeft vervangen of teruggeplaatst dient u alle externe apparaten, kaarten, kabels etc. weer aan te sluiten
voordat u de computer inschakelt.
U beschermt zich tegen elektrische schokken door altijd eerst de stekker uit het stopcontact te
Raak onderdelen pas aan nadat u zich hebt geaard door een ongeverfd metalen oppervlak van de
Aan de computer werken
8