flensverbinding losdraaien
3.4.6
Dichtheidscontrole
Profipress XL
Alvorens met de demontage van een bestaande flensverbinding te
beginnen, moet u, indien nodig, van het verantwoordelijke bedrijf toe‐
stemming en een werkvergunning verkrijgen, waarbij u het volgende in
acht moet nemen:
De installatiesectie moet drukloos worden gemaakt en volledig
n
worden gespoeld.
Zet alle ingebouwde of bevestigde onderdelen die niet afzonderlijk
n
worden vastgehouden, vast voordat u de flensverbinding losmaakt.
Dit geldt ook voor bevestigingssystemen zoals veerhangers en
-steunen.
Begin met het losdraaien van zeskantschroeven of moeren aan de
n
kant die van het lichaam is afgekeerd, draai de resterende zeskant‐
schroeven iets los en demonteer deze pas volledig wanneer men er
zeker van is dat er geen gevaar bestaat door het leidingsysteem. Als
een leiding onder spanning staat, bestaat het risico dat de leiding
scheurt.
Draai de zeskantschroeven of moeren kruiselings los in ten minste
n
twee passages.
Sluit de open uiteinden van de strengen met blinde sluitingen.
n
Transport van ontmantelde leidingen alleen in gesloten toestand.
n
Bij het vervangen van dichtingen moet u ervoor zorgen dat de oude
n
dichting volledig van het flensafdichtingsoppervlak wordt verwijderd
zonder het flensafdichtingsoppervlak te beschadigen.
AANWIJZING!
Wees voorzichtig bij het gebruik van een
haakse slijper!
Het losdraaien van defecte zeskantschroeven en moeren
met een haakse slijper produceert vonken die in het
buismateriaal kunnen branden en corrosie kunnen veroor‐
zaken.
Vóór de ingebruikname moet de installateur een dichtheidscontrole uit‐
voeren.
Deze controle op de voltooide, maar nog niet afgedekte installatie uit‐
voeren.
De geldende richtlijnen in acht nemen, zie
graaf: dichtheidscontrole" op pagina 7.
Ook voor niet-drinkwaterinstallaties de dichtheidscontrole volgens de
geldende richtlijnen uitvoeren, zie
dichtheidscontrole" op pagina 7.
Het resultaat documenteren.
Ä „Regelgeving uit de para‐
Ä „Regelgeving uit de paragraaf:
Gebruik
30