– De afstelling van de eindstanden moet gebeuren nadat de motor is geïnstalleerd in
het rolluik en met de voeding is verbonden.
– Alvorens met een programmeerprocedure te beginnen, wordt aangeraden om het
rolluik op circa de helft van zijn slag te brengen, of in elk geval ver van de bovenste
en onderste eindstand.
– Houdt u zich strikt aan de tijden aangegeven in de procedures.
– Tijdens het programmeren voert de motor een bepaald aantal korte bewegin-
gen uit, als "antwoord" op het commando verzonden door de installateur. Het is
belangrijk om deze bewegingen te tellen, ongeacht de richting waarin zij worden
uitgevoerd. De bewegingen worden in de procedures aangegeven met een getal
gevolgd door het symbool
.
– De elektronica die de beweging van het rolluik op elk moment regelt, kan de motor
zelfstandig stoppen wanneer het rolluik een bepaalde door de installateur gepro-
grammeerde stand (of "hoogte") bereikt. De standen zijn weergegeven in afb. 4 en
zijn:
stand "0" = eindschakelaar BOVEN (rolluik volledig opgerold);
stand "1" = eindschakelaar ONDER (rolluik volledig uitgerold);
A.1 - HANDMATIG PROGRAMMEREN van de eindstanden BOVEN ("0") en ONDER ("1")
OPMERKINGEN EN WAARSCHUWINGEN
• Het gebruik van deze procedure is alleen verplicht voor rolluiken zonder mechanische blokkering van de bovenste eindstand.
• Programmeer EERST de eindaanslag BOVEN (0).
• De eindaanslag onder (1) wordt NIET opgeslagen als deze binnen 120° ligt ten opzichte van de eindaanslag BOVEN (0)
• Na programmering van de eindstanden, stuurt de toets s de Stijgende beweging aan en de toets t de Dalende beweging. De beweging van het rolluik wordt be-
grensd door de eindstanden (Boven "0" en Onder "1") die door de installateur zijn geprogrammeerd.
1
Aansturen van
de manoeuvre
OMHOOG
Houd de toets ingedrukt ... (Op-
merking - tijdens de beweging
geven 2 korte onderbrekingen aan
dat er geen eindstanden zijn op-
geslagen).
3
Aansturen van
de manoeuvre
OMLAAG
Houd de toets ingedrukt ... (Op-
merking - tijdens de beweging
geeft 1 korte onderbreking aan dat
één eindstand is opgeslagen).
5 – Nederlands
T
S T A R
2
&
P
S T O
...tel 2 START & STOP-be-
... laat de toets los zodra het rolluik de
wegingen...
gewenste hoogte "0" bereikt (eind-
stand BOVEN).
T
S T A R
1
&
P
S T O
...tel 1 START & STOP-be-
... laat de toets los zodra het rolluik de
weging...
gewenste hoogte "1" bereikt (eind-
stand ONDER).
4
4.1.1 - Signaleringen van de motor
De motor herhaalt de melding over de installatietoestand door enkele bewegingen te
maken wanneer een manoeuvre wordt aangestuurd. Lees Tabel A om de betekenis
van deze bewegingen te begrijpen.
TABEL A – Signaleringen met bewegingen
AANTAL BEWEGINGEN
0 bewegingen (START & STOP)
1 beweging (START & STOP)
2 bewegingen (START & STOP)
2
= 3 sec
" 0 "
Houd beide
toetsen tegelijk
ingedrukt;
4
= 3 sec
" 1 "
Houd beide
toetsen tegelijk
ingedrukt;
0
Betekenis
= 2 eindstanden geprogrammeerd.
= 1 eindstand geprogrammeerd.
= geen eindstand geprogrammeerd.
2
tel 2 bewegingen.;
laat ze na 3 secon-
den los.
2
tel 2 bewegingen.;
laat ze na 3 secon-
den los.
1
3
einde