STURING
Zet de sleutelschakelaar op AAN.
De batterij-indicator geeft de lading van de batterijen weer.
Zet de snelheidsregelaar op de gewenste rijsnelheid.
Trek de rijhendel met de vingers naar de handgrepen, afhankelijk van de gewenste richting
(voorwaarts of achterwaarts).
U hoort de claxon wanneer u de drukknop activeert.
Voor de verlichting (vooraan en achteraan) bedient u de drukknop (7).
Voor de alarmknipperlichten bedient u de drukknop (6).
Voor het activeren van de richtingaanwijzers drukt u de schakelaars (8-9) in de gewenste richting
(links = linker richtingaanwijzer, rechts = rechter richtingaanwijzer).
INSTELLEN VAN DE STUURKOLOM
Trek of duw de stuurkolom in de gewenste stand door middel vande hendel.
De stuurkolom wordt met een hoorbare klik vergrendeld.
Controleer of de stuurkolom stevig vast zit.
B
L
De stuurkolom nooit verstellen terwijl u rijdt.
L
Zet de Scooter uit voor u de verstellingen uitvoert.
Handleiding Carpo 3 / Carpo 4
Versie: 2018-07
1 = Batterij-indicator
2 = Snelheidregelaar (traag)
3 = Snelheidregelaar (snel)
4 = Snelheidregelaar
5 = Claxon
6 = Alarmknipperlichten
7 = Verlichting
8 = Richtingaanwijzer (links)
9 = Richtingaanwijzer (rechts)
A
2