11
Netwerkscannen
Als u vanaf de machine op een netwerk wilt scannen, moet u de netwerkmachine selecteren in de toepassing
Device Selector in Macintosh HD/Bibliotheek/Printers/Brother/Utilities/DeviceSelector of via het pop-
upmenu Model in het hoofdscherm van ControlCenter2. Als u de MFL-Pro Suite-software al geïnstalleerd
hebt volgens de stappen van de netwerkinstallatie in de Installatiehandleiding, dan zou deze selectie al
gemaakt moeten zijn.
Om de machine te gebruiken als netwerkscanner moet deze geconfigureerd zijn met een TCP/IP-adres. U
kunt de adresinstellingen vanaf het bedieningspaneel configureren of wijzigen. (Zie Instelling
bedieningspaneel in de Netwerkhandleiding.)
Opmerking
Er kunnen maximaal 25 gebruikers op een machine binnen een netwerk zijn aangesloten voor
netwerkscannen. Wanneer er bijvoorbeeld 30 gebruikers tegelijk een verbinding proberen te maken,
worden er 5 niet weergegeven op het LCD-scherm.
Voordat u netwerkscannen gebruikt
Netwerkscannen configureren
a
Selecteer vanuit Bibliotheek, Printers, Brother, Utilities en DeviceSelector, en dubbelklik vervolgens
op Device Selector.
Het venster Device Selector verschijnt. U kunt dit venster ook openen vanuit ControlCenter2.
Voor meer informatie, zie ControlCenter2 gebruiken op pagina 188.
b
Specificeer uw machine door middel van IP-adres of een mDNS-servicenaam. Voer het nieuwe IP-adres
in om het IP-adres te wijzigen. U kunt ook een machine selecteren uit de lijst met de beschikbare
machines. Klik op Bladeren om de lijst te tonen.
c
Klik op OK.
11
11
11
11
205