Motoraansluitingen
Één aansluiting is bedoeld voor 24 V DC en max.
10 A.
Bedieningscentrale KFC 210 (10 A)
In dit voorbeeld is alleen motoraansluiting 1 actief.
Max. 4 rookventilatie dakramen
GGL/GGU -K-- ----40
of
1 rookventilatie dakraam CSP kan aan worden
gesloten op het bedieningscentrale.
Bedieningscentrale KFC 220 (2 x 10 A)
In dit voorbeeld zijn motoraansluitingen 1 en 2
actief.
Max. 8 rookventilatie dakramen
GGL/GGU -K-- ----40 (max 4 dakramen per
motoraansluiting)
of
2 rookventilatie dakramen CSP kunnen aan wor-
den gesloten op het bedieningscentrale.
Aansluitingsmodule
Om het controleren van bedrading mogelijk te
maken moet de aansluitingsmodule in de bedie-
ningscentrale verplaatst worden naar de laatste
aansluiting tussen rookventilatie dakraam
GGL/GGU -K-- ----40 of CSP en de bedrading van
de bedieningscentrale.
Opmerking: Indien de motor in de verkeerde
richting werkt, wissel dan de twee motordraden
in de motoraansluiting.
14 VELUX
®
230V/50Hz
MOTOR 1
MOTOR 2
ALARM
LINK
RAIN OUT
L
N
PE
1
2
DET.
1
2
DET.
1
2
3
4
5
1
2
1
2
230V
L
N
230V
FUSE:
25A
L
N
+
24V
BAT TERY
230V/50Hz
MOTOR 1
L
N
PE
1
2
230V/50Hz
MOTOR 1
L
N
PE
1
2
M
M
230V/50Hz
L
N
PE
M
230V/50Hz
L
N
PE
RAIN IN
FACU
ERROR
SMOKE
RAIN
COMFORT
BREAK GLASS POINT
+ –
3
1
2
3
1
2
3
1
2
1
2
3
1
2
3
1
2
3
4
5
6
J1
TEMP. FUSE
73˚ C
OPERATION
PSU1 OK
PSU2 OK
RAIN SENSOR INPUT
MAINTENANCE
BAT TERY
RESET
ERROR-MOTOR 1
ERROR-MOTOR 2
ERROR-SMOKE DET.
RESET
ERROR-BREAK GLASS
–
ERROR-TEMP. FUSE
24V
ALARM AC TIVE
MOTOR 2
ALARM
1
2
DET.
1
2
DET.
MOTOR 2
ALARM
1
2
DET.
1
2
DET.
MOTOR 1
MOTOR 2
1
2
DET.
1
2
MOTOR 1
MOTOR 2
1
2
DET.
1
2
L
3
4
5
1
L
3
4
5
1
1
DET.
1
DET.