Onderdeelbeschrijvingen EL- en HW-units verv.
Positie
Beschrijving
7
Rotorriem
8
Naverwarmingsbatterij, elektrisch of waterelement
9
Resetknop, handbediende oververhittingsbeveiliging (alleen units met elektrische verwarmer)
10
Druksensor toevoerluchtventilator/retourluchtfilter
11
Druksensor afvoerlucht-/toevoerluchtfilter
12
Rotatiebewaking voor warmtewisselaar
13
Elektrische schakelkast
14
Montagebeugels
15
Rotorregeling (locatie hangt af van de grootte van de unit)
2.1
Beschrijving van interne onderdelen
2.1.1
Toevoer- en retourluchtventilatoren
De ventilatoren hebben externe rotormotoren van het type EC, die traploos en afzonderlijk van 0-100% kunnen wor-
den geregeld. De snelheid kan in 2 stappen (normaal/gereduceerd) worden geprogrammeerd, afhankelijk van de pro-
grammering van het weekschema. De motorlagers zijn voor de gehele levensduur gesmeerd en onderhoudsvrij. Het is
mogelijk de ventilatoren te verwijderen voor reiniging (hoofdstuk 5).
2.1.1.1 Filter druksensor
De luchtstroom wordt door 2 druktransmitters op een constant niveau gehouden door het drukverschil over de inlaat-
conus van de ventilatorwaaiers te meten (pos. 10 en 11 Figuur 1 en Figuur 2). De drukopnemers zijn af fabriek in alle
units met CAV-regeling geïnstalleerd. VAV-regeling van de ventilatoren is beschikbaar als accessoire. De VAV-accessoi-
rekit bevat twee drukopnemers, slangetjes, elektrische bekabeling en de instructie over het aansluiten op de luchtbe-
handelingsunit en het installeren van de regelaar. Zie "installatie-instructies" voor meer informatie betreffende VAV-
installaties.
2.1.2
Toevoer- en afvoerluchtfilters
De filters zijn van het type zakkenfilter met filterkwaliteit F7 voor het toevoerluchtfilter en M5 voor het afvoerluchtfil-
ter. Verontreinigde filters moeten worden vervangen. Nieuwe filters zijn bij uw installateur of groothandelaar
verkrijgbaar.
2.1.2.1 Druksensor voor filters
Een drukbewaking meet het drukverschil over de toevoer- en afvoerluchtfilters (pos. 10 en 11 Figuur 1 en Figuur 2).
Als de drukval een vooraf ingestelde waarde bereikt, gaat er een alarm af in de hoofdregelaar. De alarmwaarde wordt
ingesteld in overeenstemming met aanbevelingen voor de in de fabriek gemonteerde filters. Het is mogelijk om instel-
lingen aan te passen aan specifieke installaties en filtertypes, zie Alarminstellingen in hoofdstuk 4.3.
2.1.3
Warmtewisselaar
De Topvex FR-modellen zijn uitgerust met een zeer efficiënte, door een riem aangedreven, roterende warmtewisselaar.
De vereiste toevoerluchttemperatuur wordt daarom gewoonlijk gehandhaafd zonder extra warmte toe te voegen. De
warmtewisselaar kent een automatisch bedrijf dat afhangt van de ingestelde temperatuur.
De warmtewisselaar kan worden verwijderd om te worden schoongemaakt of onderhouden (hoofdstuk 5).
2.1.3.1 Rotormotor
Zolang er een warmtevraag is, drijft de rotormotor de wisselaarrotor met een oneindig tpm aan. De motor wordt gere-
geld door een analoog 0-10 V regelsignaal (pos. 6 Figuur 1 en Figuur 2).
2.1.3.2 Rotatiebewaking
Een sensor registreert de rotatie van de rotor van de warmtewisselaar. Deze is aangesloten op de hoofdregelaar die
een alarm geeft als de rotor stopt terwijl er een warmtevraag is (pos. 12 Figuur 1 en Figuur 2).
12945113 | A003
Productbeschrijving |
3