®
ABB i-bus
KNX
Apparaattechniek
2.5
Montage en installatie
Dit DIN-railapparaat is ontworpen voor inbouw in verdeelkasten met snelle bevestiging op 35-mm-rails
volgens DIN EN 60 715.
Het apparaat kan op elke inbouwplaats worden gemonteerd.
Voor de elektrische aansluiting worden schroefklemmen gebruikt. Voor de verbinding met de bus is een
busaansluitklem meegeleverd. Het klemmenschema bevindt zich op de behuizing.
Na inschakeling van de net- en busspanning is het apparaat klaar voor gebruik.
Toegang tot het apparaat voor het bedienen, controleren, bekijken, onderhouden en repareren moet
gegarandeerd zijn conform DIN VDE 0100-520.
Let op
Houd voor optimale meet- en bewakingswaarden rekening met de technische gegevens van de
sensorfabrikant. Dat geldt eveneens voor de eisen van de sensorfabrikant met betrekking tot de
bescherming tegen blikseminslag.
Voorwaarde voor ingebruikname
Om het apparaat in gebruik te nemen, hebt u een pc met ETS nodig en een verbinding met de ABB i-bus
bijvoorbeeld via een KNX-interface.
Na inschakeling van de busspanning is het apparaat klaar voor gebruik. Er is hulpspanning nodig.
Belangrijk
De maximaal toelaatbare stroom van een KNX-lijn mag niet worden overschreden.
Bij de planning en installatie moet erop worden gelet dat de KNX-lijn correct wordt gedimensioneerd.
Het apparaat heeft een maximale stroomopname van 12 mA.
Montage en ingebruikname mogen alleen worden uitgevoerd door elektromonteurs. Bij de planning en
inrichting van elektrische installaties en veiligheidsvoorzieningen tegen brand en inbraak moeten de
relevante normen, richtlijnen, voorschriften en bepalingen van het land in acht worden genomen.
•
Apparaat tijdens transport, opslag en bedrijf beschermen tegen vocht, verontreiniging en
beschadiging!
•
Apparaat alleen binnen de gespecificeerde technische gegevens gebruiken!
•
Apparaat alleen in afgesloten behuizingen (verdeelkasten) gebruiken!
•
Vóór montagewerkzaamheden moet het apparaat spanningsvrij worden geschakeld.
Bij uitbreiding of wijziging van de elektrische aansluiting moeten alle polen worden losgekoppeld.
16 2CDC504085D3101 | AE/S 4.1.1.3
Gevaar
®
,