Opmerking:
Als luchtinlaat- en/of luchtuitlaatbuizen worden aangesloten, zullen de luchtstroom en de
-
capaciteit van de warmtepompunit gedeeltelijk afnemen.
-
Als de eenheid wordt aangesloten op luchtkanalen, moeten deze DN 180 mm zijn voor
leidingen of flexibele slangen met een binnendiameter van 180 mm. De totale lengte van de
kanalen mag niet langer zijn dan 8m of de maximale statische druk mag niet hoger zijn dan
60Pa. Houd rekening met een maximale buiglengte van 4 m.
Overzicht installatie
Opmerking: Zonnewarmtewisselspiraal is
optioneel.
LET OP:
De eenrichtingsveiligheidsklep moet geïnstalleerd zijn. Zo niet, dan kan dit schade
-
veroorzaken aan de unit of zelfs mensen verwonden. Het instelpunt van deze
veiligheidsklep is 0,7 MPa. Raadpleeg voor de installatieplaats de leidingaansluitings
schets.
De afvoerleiding die is aangesloten op de eenrichtingsveiligheidsklep moet in een continu
-
neerwaartse richting en in een vorstvrije omgeving worden geïnstalleerd.
Het water kan uit de afvoerpijp van de eenrichtingsveiligheidsklep druppelen omdat deze
-
pijp open moet blijven voor overdruk.
16