Opbouw en functie
Voorinstellingen
5.2
Voorinstellingen
Volledige montage!
Het apparaat mag uitsluitend na volledige montage van alle inbouwdelen van de behui-
zing worden gebruikt. Het gebruik van een onvolledig gemonteerd apparaat kan bescha-
diging en letsels veroorzaken.
•
Voor men het apparaat gebruikt, moet de goede montage van alle inbouwdelen worden
gecontroleerd!
5.2.1
Slijpvloeistof vullen
Werking zonder slijpvloeistof!
Af fabriek is het apparaat niet met slijpvloeistof gevuld. Het apparaat mag niet zonder
slijpvloeistof worden gebruikt!
•
Slijpvloeistof voor inbedrijfname bijvullen!! > zie hoofdstuk 8
Pos. Symbool Beschrijving
1
2
3
4
5
6
7
8
•
Schroef de sluitschroef van de aflaatschroefdraad.
•
Schroef de stofopvangbak handvast aan de aflaatschroefdraad.
•
Verwijder het smeernippeldopje van de aflaat- en vulslang.
•
Plaats de slijpvloeistofbak met vulopening op de vulslang.
•
Vul slijpvloeistof bij.
•
Controleer de markering correcte vloeistofstand op het kijkglas (niet overschrijden)!
Het apparaat mag niet gevuld met slijpvloeistof worden getransporteerd! Laat de slijpvloeistof
leeglopen in een goed afsluitbare houder!
16
0
Slijpschijf
Smeermiddeldopje
Vul-/aflaatslang
Kijkglas slijpvloeistof
Markering correcte vloeistofstand
Stofopvangbak
Aflaatschroefdraad
Apparaattafel
VOORZICHTIG
Afbeelding 5-2
099-003694-EW505
08.08.2023