De camera-instellingen wijzigen
U kunt handige en veelgebruikte functies aanpassen via het tabblad 3
Het opstartbeeld uitschakelen
●
U kunt het opstartbeeld uitschakelen dat wordt weergegeven wanneer
u de camera inschakelt.
De bestandsnummering wijzigen
●
Uw opnamen krijgen automatisch opeenvolgende bestandsnummers
toegewezen van 0001 t/m 9999 en worden opgeslagen in mappen
met maximaal 2000 opnamen.
U kunt de toewijzing van de bestandsnummers wijzigen.
•
Als u een geheugenkaart gebruikt die al opnamen bevat, kunnen
de nieuwe bestanden zowel bij de instelling [Continu] als [Auto reset]
een opvolgend nummer krijgen volgens de bestaande nummering.
Als u opnieuw met bestandsnummer 0001 wilt beginnen, formatteert
u de geheugenkaart vóór gebruik
•
Raadpleeg de Softwarehandleiding voor informatie over mapstructuren
of afbeeldingstypen.
102
●
Selecteer [opstart scherm] en druk op
de knoppen qr om [Uit] te selecteren.
●
Selecteer [Bestandnr.] en druk op de
knoppen qr om een optie te selecteren.
Ook als u opnamen maakt met
een nieuwe geheugenkaart,
krijgen de bestanden steeds een
Continu
oplopend nummer totdat u een
opname maakt en opslaat met
het nummer 9999.
Als u een nieuwe geheugenkaart
gebruikt of als er een nieuwe map
Auto reset
wordt gemaakt, begint de
bestandsnummering weer
bij 0001.
(p.
20).
(p.
45).