Pomp
RS
Fig. 6.2
Fig. 6.3
782-020-NL
T +31 (0)294-457712 F +31 (0)294-457713 info@pompdirect.nl
HS
09-W13
Onderhoudsinstructie
6.2 Opstelling -V
Wanneer de RS pomp permanent in een put ge-
plaatst wordt, en gebruik wordt gemaakt van de
onderwaterkoppeling (Fig. 6.2).
De belangrijkste toebehoren voor deze opstelling
zijn dan:
1. Een onderwaterkoppeling, die bestaat uit een
voetbocht en het aan de pomp bevestigde
koppelingsdeel met daarin een rubberen afdichtring;
2. Een geleidebuis;
3. Een pijpbeugel die aan de putluikrand wordt
bevestigd;
4. Een niveauregeling om het starten, stoppen en
alarm te regelen;
5. Een ophanginrichting waaraan de vlotterkabels en
motorkabel hangen;
6. Overig leidingwerk zoals bijvoorbeeld een
balkeerklep, afsluiter, flensbochten etc.
Bij het installeren van deze opstelling moet erop gelet
worden dat:
-
De geleidebuis vertikaal staat met een maximale
afwijking van 3
o
.
-
De hoek van de pomp bij het koppelen of
ontkoppelen t.o.v. de geleidebuis tussen de 0
is, zie fig. 6.3. (Deze hoek is te beinvloeden door
het bevestigingspunt (1) van de hijsketting te
verplaatsen).
-
Het start- en stopniveau van de niveauregeling
zodanig is ingesteld, dat de pomp niet meer dan 20
starts per uur maakt.
-
Dat de pomp altijd voldoende gekoeld is.
Het minimale mediumniveau dient 2/3 van het
motorhuis te zijn, bij volle belasting (zie Hmin.1 in Fig
6.2). Bij niveaugestuurd aan/uit bedrijf is minder koeling
noodzakelijk (zie Hmin.2 in Fig 6.2).
Het is aan te raden om het pomphuis compleet onder
water te houden, zo dat er geen lucht wordt
aangezogen.
Lucht in de persleiding kan de opbrengst van de pomp
verminderen.
Installatie &
o
o
en 5
Editie 4
11/26