Inhoudsopgave
Advertenties
Universele GSM-communicator en controller GD-02K-DIN
Beschrijving van de instelling:
Deze modus wordt ingeschakeld, wanneer de functie "De IN1-
−
ingang bestuurt de REL1-uitgang" op het tabblad Functie wordt
geselecteerd.
Voorbeeld: Bewaking van het maximale waterpeil in een tank
inclusief automatische waterafvoer met behulp van een waterpomp.
−
Deze grafiek toont de aansluiting van een niveausensor
op de uitgangen IN1 en GND. De vermogensuitgang van REL1
schakelt 230 V om de waterpomp te voorzien van stroom, zie
figuur 3.
Opdat REL1 automatisch ingeschakeld wordt op basis van
−
de activering van ingang IN1, moet de parameter "Activering
van de ingang schakelt REL1 IN" ingeschakeld worden.
Dit zorgt ervoor, dat het waterpeil de niveausensor activeert
en de waterpomp het waterpeil verlaagt totdat de niveausensor
een verlaging van het waterpeil detecteert.
−
Om
een
te
frequent
te elimineren adviseren wij een gepaste vertragingstijd voor
de ILN1-ingangsreactie in te stellen.
De ingang IN2 kan worden gebruikt voor de aansluiting van een
−
tweede waterniveausensor. Die kan bijvoorbeeld dienen voor
het melden van een noodtoestand (overbelasting van de tank
of lege tank).
Afbeelding 3: Bewaking van het maximale waterpeil in een tank
inclusief automatische waterafvoer met behulp van een waterpomp.
5.4
Temperatuurbewakingsmodus
Met behulp van de sensor JB-TS-PT1000 kan de temperatuur
worden gemeten op de gewenste plaats en kan het over-
of onderschrijden van de grenswaarden per SMS worden gemeld.
Beschrijving van de instelling:
Deze
modus
wordt
−
"Temperatuurbewaking"
geselecteerd.
−
Let bij het aansluiten van de digitale temperatuursensor
op de juiste polariteit (rode kabel = TH+, witte kabel = TH-), zie
Afbeelding 4.
−
Met behulp van de software GD-Link op het tabblad Functie
kunt u de functie "Temperatuurbewaking" activeren.
−
Stel op het tabblad Thermometer, het venster Instelling van
de temperatuurbewaking, de vereiste grenswaarden "Bovenste
grens" en "Onderste grens" in. Ze kunnen ingesteld worden
binnen een bereik van -50°C tot +150°C.
Voor het bewaken van de grenswaarden kan een hysteresis
−
van 0,1 °C tot 9 °C worden ingesteld (tolerantiezone vanwege
thermische fluctuaties).
Om informatieve rapporten over de temperatuur buiten
−
de vooraf ingestelde grenzen mogelijk te maken, moet
u de parameter Activeringsrapport REL2 voor vereiste
gebruikers selecteren (Rapporten – Activeringsrapport –
REL2).
Let op: De onderste temperatuurgrens moet altijd met ten minste 1 °C
lager zijn dan de maximum temperatuur (vanwege de hysteresis).
Universele GSM-communicator en controller GD-02K-DIN
inschakelen
van
de
waterpomp
ingeschakeld,
als
de
op
het
tabblad
Functie
Een SMS-bericht over de temperatuur buiten het geselecteerde
bereik kan ook verzonden worden naar telefoonnummers met
Serviceautorisatie. Voor rapportage is het noodzakelijk om de optie
"Overschrijding van bovenste/onderste grens" op het tabblad
Thermometer, het venster SMS-rapporten naar servicetelefoon-
nummers aan te vinken.
Afbeelding 4: Temperatuurbewaking.
5.5
Thermostaatmodus
Sluit de temperatuursensor JB-TS-PT1000 voor deze functie aan.
De modus maakt het mogelijk om de verwarming te besturen via
de uitgang REL1 om de temperatuur in de ruimte te regelen. Stel
vooraf de waarden van de vereiste en de antivriestemperaturen
in. Beide temperaturen kunnen gewijzigd worden via een
aangesloten PC (lokaal of op afstand); de gebruiker kan deze
temperaturen ook op afstand wijzigen door de programmeer-SMS-
opdrachten TSET en TFRZ (zie Tabel met SMS-opdrachten
in hoofdstuk 7)..
Beschrijving van de instelling:
−
Deze modus wordt ingeschakeld, als de functie "Thermostaat
(REL1)" op het tabblad Functie wordt geselecteerd.
−
Let op de juiste polariteit, als u de temperatuursensor aansluit
(rode kabel = TH+, witte kabel = TH-).
−
Een
bestuurd
de contacten van de vermogensuitgang REL1 in deze modus.
(zie Afbeelding 5).
Waarschuwing: Let op de maximale schakelbelasting van
de vermogensuitgang REL1 (weerstandbelasting 230 V /
16 A).
Stel de waarden "Vereiste temperatuur" en "Antivries-
−
temperatuur" op het tabblad "Thermostaat" in. Voor het
bewaken van de grenswaarden kan een hysteresis van 0,1 °C
tot 9 °C worden ingesteld (tolerantiezone vanwege thermische
functie
fluctuaties).
wordt
U kunt de verwarmingsmodi omschakelen met de knop
−
"Aan/uitzetten" in het venster Actuele status.
−
U kunt op afstand schakelen tussen de temperaturen met
de door de gebruiker ingestelde SMS-opdrachten. Deze
kunnen
worden
besturingsopdrachten
of met de SMS-opdrachten ARX en DRX (zie de tabel met
SMS-opdrachten voor programmering in hoofdstuk 7).
4 / 7
R – rode kabel W – witte kabel
apparaat
moet
worden
ingesteld
in
het
(Activerings-/
deactiveringsopdracht)
aangesloten
via
venster
SMS-
MNP55000
Advertenties
Inhoudsopgave
