7.6 Diodetest
Verzeker u dat het te testen toestel niet onder spanning staat.
Ga over in Diodetest door verschillende keren te drukken op de knop Zaklamp/Functie tot het
symbool
op het scherm verschijnt. Verbind de twee meetpunten met de diode.
De continuïteit LED gaat aan, het geluidssignaal klinkt continu en het Con symbool
verschijnt op het scherm als de meetpunten L1 aan de Anode van de Diode
aangesloten is en het meetpunt L2 op de Cathode.
Aanduiding van de continuïteit gaat niet aan als het meetpunt L1 aangesloten is op de
Cathode van de Diode en het meetpunt L2 op de Anode.
De tester slaagt over in spanningsmeting als de gedetecteerde spanning >6V of
indien een enkele fase tijdens de Diodetest gedetecteerd wordt.
7.7 Weerstandstest
Verzeker u dat het te testen toestel niet onder spanning staat.
Ga over in Weerstandstest door verschillende keren op de knop Zaklamp/Functie te
drukken tot het symbool k op het scherm verschijnt. Verbind de twee meetpunten
met het te testen toestel.
Een weerstand tot 100 k kan op het scherm weergegeven worden. Voor een
weerstand lager dan 20, zal het geluidssignaal continu klinken om de zwakke
continuïteit aan te duiden.
De tester slaagt over in spanningsmeting als de gedetecteerde spanning >15V of
indien een enkele fase gedetecteerd wordt.
7.8 Frequentietest
•
Schakel over naar frequentietest door kort en verschillende keren op de
Zaklamp/Functie knop te drukken tot het HZ symbool op het scherm verschijnt. Verbind
de twee meetpunten met de te testen AC spanning. De frequentie 1Hz tot 800 Hz kan
op het scherm weergegeven worden. De frequentiemetingen zijn mogelijk voor
spanningen van >10V AC
Het spanningsniveau zal enkel op de staafgrafieken weergegeven worden voor
spanningen > 120 V. De ELV diode zal spanningen aangeven >50VCA et >120VCD
7.9 Kabelbreukdetectie door NCV
Schakel over naar frequentiemeting door verschillende keren kort op de knop
Zaklamp/Functie te drukken tot het symbool NCV op het scherm verschijnt.
De NCV-functie wordt bv. gebruikt om o.a. kabelbreuken te detecteren.
Houd de tester met het meetpunt tegen de draad of de kabel. De spanningstester duidt de
sterkte van het signaal digitaal op het scherm aan.
Berg de meetpunten op om zo onvrijwillige connecties te vermijden.
De tester schakelt over in spanningsmeting als de spanning > 6V of indien een enkele fase
gedetecteerd tussen de meetpunten gedetecteerd wordt.
7.10 Zaklamp
KT400 SPANNINGS- EN STROOMTESTER
11