Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

SHINE 8000X-HD Super view Gebruikershandleiding pagina 3

Inhoudsopgave

Advertenties

1. BEDIENINGSINSTRUCTIE
VOOR GEBRUIK
-Controleer de lichtdichtheid en controleer of de binnen- en
buitenbeschermlens schoon zijn en of de sensoren aan de voorkant
van de automatische witfiltercartridge (ADF) niet door vuil zijn bedekt.
Zorg ervoor dat de beschermfolie aan de binnen- en buitenkant van de
lens is verwijderd.
-Controleer alle werkende onderdelen op tekenen van slijtage of
schade. Alle gekraste, gebarsten of van putjes voorziene onderdelen
moeten onmiddellijk worden vervangen.
AUTO SCHERM
1.
In de AUTO-modus past de ADF zich aan de juiste kleur aan volgens de
automatische lasboog.
Druk op de schaduwknop (positie 25) op de ADF, de ADF wordt
gewijzigd in AUTO-modus. .
In de AUTO-modus kan de schaduw indien nodig 2 tinten omhoog (de
hoogste waarde is tint 13) en 2 tinten omlaag (de laagste waarde is 5)
worden gecorrigeerd. Door de schaduwknop met de klok mee te
draaien (Positie 8), kan de schaduw naar boven worden gecorrigeerd;
door de schaduwknop tegen de klok in te draaien, kan de schaduw
naar beneden worden gecorrigeerd. Het LED-display toont het huidige
schaduwnummer (Positie 24).
Gevoeligheidsaanpassing
4.
Druk op de SENS knop (positie 26), de gevoeligheid wordt
cirkelvormig aangepast van niveau 1 (laag) tot niveau 5 (hoog).
De LED-display toont de huidige gevoeligheid (positie 24).
Vertraging aanpassen
5.
Druk op de vertragingsknop (positie 27), de vertragingstijd wordt
cirkelvormig aangepast van niveau 1 (kort) tot niveau 5 (lang).
LED-display toont de huidige gevoeligheid (positie 24).
Verduisteringsrolgordijn
6.
Druk op de vertragingsknop (positie 27) en houd deze 2s
ingedrukt, ADF zal naar de schaduwmodus vergrendelen gaan.
In de schaduwmodus vergrendelen zal ADF donkerder blijven.
Het schaduwenummer kan worden aangepast van 5 tot 13 door
het externe schaduwenummer te draaien.
Door de schaduwknop met de klok mee te draaien (positie 8),
kan de schaduw naar boven worden versteld; door de
schaduwknop tegen de klok in te draaien, kan de schaduw
naar beneden worden versteld
In de modus verduisteringsgordijn vergrendelen knippert de
LED voor verduisteringsgordijn vergrendelen (positie 28).
Druk op de vertragingsknop (positie 27) en houd deze 2
seconden ingedrukt, de ADF zal de modus
verduisteringsscherm verlaten. De LED (positie 28) van het
verduisteringsscherm zal niet meer knipperen.
NEDERLANDS
Handmatig SCHERM
2.
Druk op de schaduwknop (positie 25) op het ADF, het ADF wordt van de
AUTO-modus overgeschakeld naar de handmatige modus. Beweeg de
schakelaar (positie 33) op de potentiometer, het schaduwbereik wordt
gewijzigd tussen bereik 5-9 en bereik 9-13. Het leddisplay geeft het
schaduwbereik om beurten weer.
In de modus 5-9 kan de schaduw worden ingesteld van schaduw 5 op
schaduw 9 door aan de externe schaduwknop te draaien. Door de
schaduwknop met de klok mee te draaien (positie 8), kan de schaduw
naar boven worden versteld; door de schaduwknop tegen de klok in te
draaien, kan de schaduw naar beneden worden versteld.
In de modus 9-13 kan de schaduw worden ingesteld van schaduw 9 op
schaduw 13 door aan de externe schaduwknop te draaien. Door de
schaduwknop met de klok mee te draaien (positie 8), kan de schaduw
naar boven worden versteld; door de schaduwknop tegen de klok in te
draaien, kan de schaduw naar beneden worden versteld.
Maalmodus
3.
ADF kan worden aangepast tussen lassen en slijpen
Houd in de lasmodus de externe GRIND knop 2 seconden ingedrukt
(positie 7). ADF zal worden aangepast aan de slijpmodus, slijp LED
(positie 29) zal knipperen.
Houd in de slijpmodus de externe GRIND knop 2 seconden ingedrukt
(positie 7). ADF wordt aangepast aan de lasmodus, de slijp-LED
(positie 29) stopt met knipperen.
Indicator voor lege batterij
Als de batterij bijna leeg is, wordt de LED (positie 29) ROOD.
De batterij moet worden vervangen.
8.Batterij vervangen
Verwijder het batterijklepje (positie 31), neem de oude batterij eruit en
vervang de 2 nieuwe.
Monteer het batterijdeksel .
9.HOOFDDEKSEL AANPASSINGEN
Omdat de hoofdvormen van persoon tot p e r s o o n verschillen,
zijn ook de werkposities en de kijkhoeken verschillend. De
operator kan de hoofdband aanpassen in 5 parameters:
1-
Selecteer ooghoogte met de knoppen voor het aanpassen
van de hoofdband (1).
2-
Selecteer de zichthoek met de segmentpositioneringsplaat
(2).
3-
Pas de hoofdomtrek aan door de knop voor het strak
afstellen van de hoofdband (3) in te drukken en te draaien.
4-
Selecteer de afstand tussen de ogen en het ADF door
de schroeven van de hoofdband in te stellen op 1 van de 5
sleuven op de hoofdbandschuif (4). Zorg ervoor dat beide
kanten gelijk zijn gepositioneerd voor goed zicht.
5-
Selecteer de hoogte van de hoofdsteun door de
blokringen (5) omhoog of omlaag te verstellen op de
blokringverstelling (6).
NEDERLANDS
3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave