Opbouw en functie
Eurocentrale aansluiting op het apparaat aanpassen
5.5.1
acArc puls XQ
De basisveronderstelling voor optimale lasresultaten is de op de toepassing afgestemde
uitrusting van het draadaanvoersysteem. Voor het lasproces acArc puls XQ is het complete
draadaanvoersysteem van de apparaatserie Titan XQ AC af fabriek met de componenten voor
aluminium-lastoevoegmateriaal uitgerust! Aanbevolen systeemcomponenten:
•
Type stroombron Titan XQ 400 AC puls D
•
Type draadaanvoerapparaat Drive XQ AC
•
Type lastoortsserie PM 551 W Alu
De volgende uitrustings- en instelkenmerken van het draadaanvoersysteem moeten in acht wor-
den genomen:
•
Draadtoevoerrollen (aanpersdruk overeenkomstig het lastoevoegmateriaal en de lengte van het
slangpakket instellen)
•
Centrale toortsaansluiting (geleidebuis in plaats van capillaire buis gebruiken)
•
Combiekern (PA-kern met geschikte binnendiameter voor het lastoevoegmateriaal)
•
Stroomkoppen met geforceerd contact gebruiken
5.6
Eurocentrale aansluiting op het apparaat aanpassen
Af fabriek is de eurocentrale aansluiting op het draadaanvoerapparaat voorzien van een capillaire
buis voor lastoortsen met draadgeleidingsspiraal!
5.6.1
Draadtoevoerkern
•
Capillaire buis aan zijde van draadaanvoer in de richting van de eurocentrale aansluiting uitschuiven
en daar uitnemen.
•
Geleidebuis vanuit eurocentrale aansluiting inschuiven.
•
Centrale stekker van de lastoorts met te lange draadgeleidingskern voorzichtig in de eurocentrale
aansluiting steken en met wartelmoer handvast vastschroeven.
•
Draadtoevoerkern met speciaal snijmesje of een ander scherp mes even voor de draadtoevoerrol
afsnijden zonder de kern daarbij plat te drukken.
•
Centrale stekker van de lastoorts losmaken en eruit trekken.
•
Afgeknipt uiteinde van de draadtoevoerkern goed afbramen!
5.6.2
Draadgeleidingsspiraal
•
Eurocentrale aansluiting apparaatzijdig op correct vastzitten van de capillaire buis controleren!
5.6.3
Geleiding van de draad op maat maken
De juiste draadgeleiding van de spoel tot het smeltbad!
In overeenstemming met de draadelektrodediameter en het type draadelektrode moet de draadgeleiding
worden aangepast om een goed lasresultaat te behalen!
•
Draadaanvoerapparaat volgens de diameter en het type elektrode uitrusten!
•
Uitrusting volgens de aanwijzingen van de fabrikant van het draadaanvoerapparaat uitvoeren.
Uitrusting voor EWM-apparaten > zie hoofdstuk 10.
•
Gebruik een draadgeleidingsspiraal voor de draadgeleiding van harde ongelegeerde draadelektroden
(staal) in het lastoortsslangpakket!
•
Gebruik een draadgeleidingskern voor de draadgeleiding van zachte of gelegeerde draadelektroden in
het lastoortsslangpakket!
Welke ombouwzijde voor een draadgeleidingsspiraal of draadvoerkern genomen moet worden,
zie > zie hoofdstuk 5.5.
34
099-700003-EW505
11.12.2023