BeDIeNING
Instellingen
Parameters
Functie
Aanvoer min.
f Stel de minimale aanvoertempera-
f
tuur in die de warmtepomp naar het
verwarmingssysteem voert.
f Stel de maximale aanvoertempera-
f
Aanvoer max.
tuur in die de warmtepomp naar het
verwarmingssysteem voert.
f Activeer of deactiveer de functie.
f
Vaste-waardewerking
Wanneer de functie geactiveerd is,
verwarmt de warmtepomp op een
vaste temperatuur onafhankelijk van de
stooklijn.
Gevraagde waarde
f Stel de temperatuur in waarop de
f
aanvoertemp.
aanvoer in de vaste-waardewerking
verwarmd wordt.
Automatisch bedrijf
f Activeer of deactiveer de functie.
f
temperatuur buffervat
Wanneer de functie is geactiveerd,
regelt het toestel automatisch de ge-
vraagde temperatuur van het meng-
ventielcircuit met inachtneming van de
"Overlading buffervat".
Gewenste buffertem-
Kan alleen ingesteld worden wanneer
peratuur
de functie "Automatisch bedrijf tempe-
ratuur buffervat" gedeactiveerd is.
f Stel de gewenste warmwatertempe-
f
ratuur in voor de boilerinhoud.
Overlading buffervat
Kan alleen ingesteld worden wanneer
de functie "Automatisch bedrijf tempe-
ratuur buffervat" geactiveerd is.
f Stel de temperatuurafwijking in
f
waarop het buffervat verwarmd
wordt.
Overlading is een verhoging van de ge-
vraagde temperatuur van het mengcir-
cuit en dus een offset-waarde voor het
mengcircuit.
Temperatuur buffervat Actuele temperatuur in het buffervat
Systeemaanvoer
Actuele temperatuur in de systeemaan-
voer
f Activeer of deactiveer de functie.
f
Verhoging bijverwar-
ming
Wanneer de functie is geactiveerd, kan
de bijverwarming gebruikt worden.
Max. werkingsgebied
Kan alleen ingesteld worden wanneer
bijkomende verwar-
de functie "Verhoging bijverwarming"
ming
geactiveerd is.
f Stel de temperatuur in tot waar de
f
bijverwarming de warmtepomp on-
dersteunt.
8
| WPM G
5.5
Temperatuur aanpassen (Warm water)
Info
De temperatuur kan op deze manier niet worden gewij-
zigd aan de primaire warmtepomp in een cascade.
Info
Om toegang te verkrijgen tot het menu, moet de func-
tie "Warmwaterbedrijf systeem" in het menu "Instellin-
gen"/"Warm water" geactiveerd zijn.
f Laat de functie door uw installateur activeren.
f
ofwel
f Tik op het display om de screensaver te sluiten.
f
of
f Druk op de knop om naar het startscherm terug te
f
keren.
f Blader met een veegbeweging naar de temperatuur
f
die u wilt aanpassen.
f Tik kort op de weergegeven temperatuur.
f
f Houd uw vinger op de weergegeven temperatuur.
f
f Beweeg uw vinger omhoog of omlaag om de waarde
f
te verhogen of te verlagen.
f Haal de vinger van het display wanneer u de gewens-
f
te temperatuur bereikt heeft.
f Tik op de knop om de instelling te bevestigen.
f
5.6
Temperatuur aanpassen (Koelen)
Info
Om toegang te verkrijgen tot het menu, moet de functie
"Passieve koeling" of "Actieve koeling" in het menu "In-
stellingen"/"Koelen" geactiveerd zijn.
f Laat de functie door uw installateur activeren.
f
f Druk op de knop op het startscherm om het hoofd-
f
menu te openen.
f Druk op de knop.
f
f Voer de gewenste wijzigingen door.
f
f Bevestig de selectie.
f
ofwel
f Druk op de knop om naar het bovengeschikte menu
f
terug te keren.
of
f Druk op de knop om naar het hoofdmenu terug te
f
keren.
www.stiebel-eltron.com