Sensepoint XCD RFD Technische Handleiding
5.1 Montage en plaatsing
Opgelet: De plaatsing van gasdetectoren moet gebeuren in overeenstemming met alle
relevante lokale en nationale wetten, standaarden of praktijkgidsen. Vervang een sensor
Gasdetectoren moeten worden gemonteerd op een plaats waar de meeste kans bestaat
dat er gas aanwezig is. Bij de plaatsing van gassensoren dient men rekening te houden
met het volgende.
• Bij het plaatsen van detectoren dient u rekening te houden met eventuele beschadiging
door weersinvloeden, bijv. regen of overstroming.
• Zorg dat de gasdetector gemakkelijk toegankelijk is voor functietests en service.
• Denk eraan hoe ontsnappend gas zich gedraagt bij natuurlijke of gedwongen
luchtstromen
Opmerking: Voor de plaatsing van gasdetectoren volgt u het advies van experts
die gespecialiseerd zijn in gasverspreiding, experts die op de hoogte zijn van de
procesinstallatie en de bijbehorende uitrusting, het veiligheids- en technisch personeel.
De overeenstemming die werd bereikt over de plaatsing van de detectoren, moet worden
vastgelegd.
5.2 De montage van de zender
De Sensepoint XCD RFD -zender heeft een ingebouwde montageplaat, die voorzien is
van vier gaten op het huis van de zender. De zender kan rechtstreeks op een montage-
oppervlak worden bevestigd, of op een horizontale of verticale pijp/structuur, met een
diameter/doorsnede van 40,0-80,0mm. De pijpmontagebeugel (optioneel toebehoren) kan
daarvoor worden gebruikt.
M20- of 3/4 NPT-ingangen
Alle afmetingen in mm.
altijd door een sensor van hetzelfde type.
,
Afbeelding 5: Omtrek- en montagematen
SPXCDHMRFEN Uitgave 3_10-2013
14