NL
Bedrijfsstanden
Bedrijfsstanden (zonder mengkast)
De regeling is gebaseerd op vier
bedrijfsstanden: • Auto
• Thermostaat / Handmatige ventilator
• Thermostaat / Automatische ventilator
• Handmatig
Auto
Als het niveau meer dan 0,5 K onder de
waarde van het instelpunt komt, start de
ventilator op stand 1 en opent de klepmotor
traploos. Als een volledig open klep
niet voldoende is om de temperatuur te
handhaven, verhoogt de ventilatorregeling
naar maximaal stand 4. Het verschil
tussen de waarde van het instelpunt en de
kamertemperatuur waarop de ventilator
een stap omhoog gaat, wordt ingesteld
onder Verschil instelling verwarming, zie
Installatiemenu > Instellingen verwarming
> Verschil instelling verwarming. Als Auto
actief is, kan het toerental van de ventilator
of de verwarming niet worden gewijzigd in het
statusvenster.
Thermostaat / Handmatige ventilator
De thermostaat regelt alleen de verwarming
en de ventilator draait continu. Het toerental
voor de ventilator wordt handmatig ingesteld.
Het ventilatorsymbool wordt gemarkeerd
in het statusvenster, selecteer het gewenste
toerental met de draaiknop en bevestig uw
instelling.
Thermostaat / Automatische ventilator
De thermostaat regelt zowel de verwarming
als de ventilator. Het toerental van de
ventilator kan handmatig worden ingesteld
in het statusvenster. [Installatiemenu >
Instellingen ventilator > Ventilatorstand.]
[Installatiemenu > Instellingen ventilator >
Ventilatorstand.]
130
SIRe Advanced Fan Heater Water
Handmatige
Het toerental van de ventilator en de
verwarming kan handmatig worden ingesteld
in het statusvenster. De verwarming kan
worden ingesteld op 3 stappen (33%,
66% en 100%). De verwarming wordt
geblokkeerd door de buitentemperatuur, zie:
[Installatiemenu > Instellingen verwarming >
Max. buitentemperatuur]
Bedrijfsstanden (met mengkast)
De regeling is gebaseerd op twee
bedrijfsstanden:
Thermostaat / Handmatige ventilator
Handmatig
Thermostaat / Handmatige ventilator
De thermostaat regelt alleen de verwarming
en de ventilator draait continu. Het toerental
voor de ventilator wordt handmatig ingesteld.
Het ventilatorsymbool wordt gemarkeerd
in het statusvenster, selecteer het gewenste
toerental met de draaiknop en bevestig uw
instelling.
Dagstand
In de dagstand, of als er geen weekprogramma
is ingesteld, loopt de ventilator continu
op de vaste ventilatorregeling en is de
klep open overeenkomstig de instelling
onder klepstand-dag. De verwarming wordt
geregeld via de kamertemperatuur. Als de
instroomtemperatuur tot onder de ingestelde
minimumwaarde daalt, wordt de verwarming
ingeschakeld, zelfs als het warm genoeg is in
de ruimte.
Nachtstand
Nachttijd (als het weekprogramma is
geactiveerd of via extern signaal voor
nachtreductie) de klep is volledig gesloten of
geopend overeenkomstig de instelling onder
klepstand-nacht. De verwarming wordt via de
kamertemperatuur geregeld en de ventilator
loopt continu.