Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Installatie En Bekabeling - Qbus ROL02PSA Technische Productfiche

Motorsturing met positionering voor 2 motoren stand-alone
Inhoudsopgave

Advertenties

PRODUCTINFO
Technische product fiche
MOTORSTURING MET POSITIONERING VOOR 2
MOTOREN Stand-Alone (ROL02PSA)
3.

Installatie en bekabeling

OPGELET : ONDERBREEK DE STROOMVOORZIENING NAAR DE
MODULE VOORALEER AAN DE MODULE TE WERKEN!
De ROL02PSA kan op verschillende manieren gebruikt worden. De
volgende
eigenschappen
blijven
bekabelingswijze:
Plaatsing: Klik de module op een DIN-rail DIN EN50022.
Voeding: Een tweepolige automatische zekering van maximum C16A
moet op de 230Vac modulevoeding aangesloten worden. Doorsnede
van de geleider: minimum 1,5mm² bij 16A. Verwijder ongeveer 7mm
isolatie van de geleider en schroef de geleider in de connector L-N.
Belasting: De ROL02PSA is geschikt voor het rechtstreeks voeden en
sturen van één tot twee 230Vac motoren van elk maximaal 500VA.
Sluit nooit meer dan één motor rechtstreeks aan op eenzelfde uitgang
van de rolluikmodule. Zowel vaste als soepele draden kunnen gebruikt
worden. Verbindt de belasting zoals aangetoond in de figuur op de
volgende pagina De doorsnede van de geleiders is minimum 1,5mm²
bij een beveiliging van C16A.
Verwijder ongeveer 7mm isolatie van de geleiders en schroef de
geleiders in de connectoren UP, N, DN. Bij soepele draad moeten
adereindhulzen op de soepele draden worden geklemd alvorens deze
in de aansluitklemmen te steken. Met schroevendraaier met platte kop
van 0,5mm x 3mm kan de schroef van de aansluitklem worden
aangedraaid.
Schakel de spanning pas in nadat alle verbindingen zijn gecontroleerd
en de motor is aangesloten.
De aan te sluiten motor moet vooraf ingestelde eindeloopcontacten
hebben. Een rolluikmodule zoals de ROL02PSA dient niet als
onderdeel om de fysieke eindelopen in te stellen, te vervangen of over
te nemen! Eindeloopcontacten van de motoren moeten eerst manueel
afgeregeld worden vooraleer de motor op de module aan te sluiten. We
bevelen sterk aan dat de pas afgeregelde motoren eerst enkele keren
worden bediend via een testschakelaar alvorens deze aan te sluiten op
een motorsturing. In sommige gevallen gebeurt het dat de
eindeloopregeling niet duurzaam is ingesteld. Qbus is niet
verantwoordelijk voor gebeurlijke schade ten gevolge van de slechte
afregeling van de motor.
Bij een eerste bediening nadat de module en motoren zijn aangesloten,
zal de module trachten de looptijden automatisch te detecteren. Indien
dat niet mogelijk is, zal de module na 5seconden de spanning
onderbreken naar de motor. De motor zal in dat geval bij een volgende
bediening telkens maar gedurende 5 seconden spanning krijgen. In
sommige gevallen gebeurt het dat een kalibratie gedeeltelijk wel werkt,
maar dan kan je best een vaste tijd instellen via het Stand-Alone menu
of indien met CTD, via System Manager een FIX-tijd instellen. Er is in
de Stand-Alone menustructuur van de module voorzien in het vast
instellen van looptijden. De autokalibratie kan mislukken doordat de
module reeds onder spanning werd gebracht en werd bediend, terwijl
de motor nog niet was aangesloten. Je kan dan ook een mislukte
kalibratie herinstellen via deze menustructuur.
Wanneer de looptijden via automatische kalibratie werden bepaald, zal
elke keer dat de motor volledig opgehaald of neergelaten wordt (dus
iedere keer dat een eindeloopcontact geactiveerd wordt) de nieuwe
©QBUS NV, Joseph Cardijnstraat 19, B-9420 Erpe-Mere, Belgium
04/04/2023_BV_ROL02PSA_NL
echter
dezelfde
voor
elke
looptijd opslaan in het intern geheugen. Op die manier wordt
verzekerd dat de gewenste positie van het rolluik ook na verloop van
tijd accuraat blijft. Wanneer een vaste looptijd werd ingesteld, zal geen
herkalibratie plaatsvinden.
LED indicatie op de module:
Groen: Voeding (boven) OK / Bus OK (onder)
Rood: Status-LED brandt 2 seconden gedurende opstart en
daarna gedurende het programmeren.
Deze LED zal ook knipperen wanner de module Stand-
Alone in configuratiemodus wordt geplaatst. (zie verder
Stand-Alone menu instellingen)
Oranje: Uitgang (U, D); knipperen = indien niet
gekalibreerd en tijdens de kalibratie.
Manuele bediening: Wordt gebruikt om de motoren rechtstreeks van
op de module te bedienen. De knopjes staan gepositioneerd onder de
led-terugmelding van de uitgangen U en D per motor-uitgang.
Stand-Alone menu instellingen : Om in Stand-Alone gebruik (dus
zonder aangesloten CTD!) de configuratie te wijzigen, zijn er met de
knopjes van iedere motoruitgang telkens bepaalde instellingen
mogelijk.
Je kan eens de module in configuratiemodus is, voor iedere motor
zowel een keuze maken in het type werkmodus en looptijd. Om de
keuze te wijzigen herhaal je de procedure om in configuratiemodus te
gaan. Per motor-uitgang zijn er twee knopjes voorzien. Je kan telkens
met het 1e knopje (U/OP) de gewenste mode kiezen en via het 2
knopje (D/NEER) de looptijden instellen.
Om de module in configuratiemodus te zetten, moet telkens volgende
procedure gevolgd worden:
1) Zet de uitgangen UIT (= de oranje LEDs zijn uit).
2) Duw gelijktijdig op knopje 1 en 2 en blijf deze indrukken => De rode
STATUS LED begint gedurende 5seconden op een snel tempo te
knipperen. De rode STATUS LED op de module zal na die 5seconden
op een tragere snelheid beginnen knipperen.
4) Zodra de rode STATUS LED 2x is gaan knipperen op dit lager tempo,
laat je het 1e knopje los en houd het 2e knopje nog ingedrukt. Laat de
rode STATUS LED nog eens 2x knipperen voordat je het 2e knopje
loslaat.
De rode STATUS LED blijft nu knipperen: de module is in
configuratiemodus gedurende 5 seconden of langer indien er
wijzigingen worden gedaan.
5) Druk nu het aantal keer dat overeenstemt met de keuze uit
onderstaande tabellen
e
3/6

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Rol04psaRol01psa

Inhoudsopgave