1. Druk op de Timer toets. De display "
wordt aangegeven en
knippert. Standaard verschijnt uw laatst
ingestelde tijd en een "I" (indicatie van
uren) op de display.
Instructie: Dit getal geeft de tijdsduur
aan op het actuele moment, waarop de
installatie moet inschakelen. Als u
bijvoorbeeld, TIMER AAN op 2 uur
stelt, verschijnt "2.0u" en wordt de
installatie 2 uur later ingeschakeld.
2. Druk op de toets Temp ˅ of ˄ om de
tijd in te stellen, waarop de installatie
moet inschakelen.
3. Wacht 2 seconden totdat de TIMER
AAN functie is geactiveerd. De display
op uw afstandsbediening keert
vervolgens terug naar de
temperatuurweergave.
Voorbeeld: Instelling van de installatie om
na 2,5 uur in te schakelen.
Functie TIMER UIT
Met de TIMER UIT functie kunt u een periode
instellen, waarna het systeem automatisch
uitschakelt rond het tijdstip, dat u wakker wordt.
Voorbeeld: Instelling van de installatie om na 5
uur in te schakelen.
INSTRUCTIE: Bij het instellen van de
functies TIMER AAN of TIMER UIT,
wordt de tijd bij elke toetsaanslag met 30
minuten verhoogd tot 10 uur. Na 10 uur
en tot 24 uur, verhoogt de instelling met
stappen van een uur. Na 24 uur springt
de timer terug naar nul.
U kunt uit beide functies uitschakelen
door de timer op "0.0u" te zetten
❿
.
Druk verder op de
toetsen Temp ˅ of
˄ om de gewenste
tijd in te stellen.