De USB-poorten configureren met de BIOS
U kunt de UUSB 3.2 Gen 1 Type-C®, USB 3.2 Gen 1, en USB 2.0-poorten vooraan en achteraan in- of
uitschakelen vanaf de BIOS Setup.
De UUSB 3.2 Gen 1 Type-C®, USB 3.2 Gen 1, en USB 2.0-poorten voor en achter uit- of
inschakelen:
1.
Druk op <Delete> om de BIOS Setup te openen tijdens het opstarten.
2.
Klik in het scherm EZ Mode (EZ-modus) van de BIOS Setup op <F7> om naar de Advanced
Mode (Geavanceerde modus) te gaan. Klik vanaf het scherm Advanced Mode (Geavanceerde
modus) op Advanced (Geavanceerd) > USB Configuration (USB-configuratie) > USB
Single Port Control (Besturing enkele USB-poort).
3.
Selecteer de USB-poort die u wilt in- of uitschakelen.
4.
Druk op <Enter> om de geselecteerde USB-poort in of uit te schakelen.
5.
Klik op Exit (Afsluiten) en selecteer Save Changes & Reset (Wijzigingen opslaan &
resetten) om de aangebrachte wijzigingen op te slaan.
Raadpleeg Hoofdstuk 1 voor de locaties van de USB-poorten.
De HDD-beveiligingsinstelling configureren via de BIOS
U kunt een wachtwoord instellen in de BIOS Setup om uw harde schijf te beschermen.
Een wachtwoord voor uw HDD instellen via de BIOS Setup:
1.
Druk op de <Delete>-toets om de BIOS Setup te openen tijdens het opstarten.
2.
Klik in het scherm EZ Mode (EZ-modus) van de BIOS Setup op <F7> om naar de Advanced
Mode (Geavanceerde modus) te gaan. Klik vanaf het scherm Advanced Mode (Geavanceerde
modus), klik op Hoofd.
Selecteer het item Set Master Password (Masterwachtwoord instellen) instellen en druk
3.
op <Enter>.
4.
Geef een wachtwoord op in het vak Create New Password (Nieuw wachtwoord maken) en
druk vervolgens op <Enter>.
38
Hoofdstuk 3: Uw computer gebruiken