Wachtwoorden invoeren
Als er een wachtwoord is ingesteld, wordt middenin het scherm een
wachtwoordvenster weergegeven.
Als er een beheerderswachtwoord is ingesteld, wordt dit gevraagd als u
•
tijdens het opstarten op <F2> drukt voor het BIOS utility.
Voer het beheerderswachtwoord in en druk op <Enter> als u het BIOS
•
utility wilt gebruiken. Als u een onjuist wachtwoord invoert, verschijnt er
een waarschuwing. Probeer het opnieuw en druk op <Enter>.
Als het gebruikerswachtwoord is ingesteld en het wachtwoord bij
•
opstarten is ingeschakeld, wordt tijdens het opstarten het wachtwoord
gevraagd.
Voer het gebruikerswachtwoord in en druk op <Enter> als u de computer
•
wilt gebruiken. Als u een onjuist wachtwoord invoert, verschijnt er een
waarschuwing. Probeer het opnieuw en druk op <Enter>.
Belangrijk! U krijgt drie kansen om het correcte wachtwoord in te
voeren. Als u driemaal een onjuist wachtwoord invoert, wordt het
systeem geblokkeerd. Verschuif de stroomschakelaar en houd de
aan/uit knop vier seconden ingedrukt om de computer uit te
schakelen. Schakel de computer weer in en probeer het opnieuw.
Wachtwoorden instellen
U kunt wachtwoorden instellen in het BIOS utility.
65