12
Ombouw naar vloeibaar gas
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Het ingestelde type gas is aangegeven op een sticker naast de gasaansluiting. Bij ombouw
moet de sticker worden vervangen.
Het ombouwen van gasinstallaties mag alleen door een erkend installateur
uitgevoerd worden.
Vóór het ombouwen moet het apparaat worden losgekoppeld van gas- en stroomvoorziening:
draai de gaskraan dicht en schakel de zekeringen in de huisinstallatie uit.
Vervangen van de sproeiers
1. De pannendragers verwijderen.
2. De branders en de vonkontsteking verwijderen.
3. M.b.v. een steeksleutel van 7 mm de gassproeiers
losschroeven en verwijderen (afb. 6).
4. In omgekeerde volgorde nieuwe gassproeiers
monteren (zie tabel: Inspuitstukken).
5. De sticker naast de gasaansluiting vervangen.
Deze sticker wordt met het apparaat
meegeleverd.
Als de gasdruk afwijkt van de waarde zoals vermeld
op de sticker naast de gasaansluiting, moet volgens
de geldende normen een passende drukregelaar op de inlaattube worden geplaatst.
Regeling gaspitten
1. De brander ontsteken.
2. De bedieningsknop op "minimale gastoevoer"
draaien.
3. De knop verwijderen.
4. De bypass afregelschroef (afb. 7) m.b.v. een
dunne schroevendraaier regelen. In geval van
transformatie van aardgas noor flessengas, het
by-pass schroofje van de kranen goed
vastschroeven.
In geval van transformatie van flessengas noor
aardgas, het by-pass schroofje ongeveer 1/4
draai losschroeven, totdat men een kleine
regelmatige vlam verkrijgt.
• Controleer of de vlam blijft branden als u de
knop snel van maximaal naar minimaal draait.
bypass
afregelschroef
afb. 6
afb. 7