Gebruikershandleiding
3. Selecteer Afdrukken in het menu Bestand of een andere opdracht om het afdrukdialoogvenster te openen.
Klik indien nodig op Toon details of
4. Stel het volgende in.
❏ Printer: Selecteer uw printer.
❏ Preset: Kies wanneer u de opgeslagen instellingen wilt gebruiken.
❏ Papierformaat: Selecteer het papierformaat dat u in de toepassing hebt ingesteld.
Selecteer een 'randloos' papierformaat voor het afdrukken zonder marges.
❏ Afdrukstand: Selecteer de afdrukstand die u in de toepassing hebt ingesteld.
Opmerking:
Selecteer de liggende afdrukstand voor het afdrukken op enveloppen.
Afdrukken
d
om het afdrukvenster te vergroten.
37