5.2
iPod-functies
Installeren en verwijderen van een iPod
● Een iPod installeren:
•
Kies de juiste dock-adapter.
•
Plaats de dockadapter in het dock.
•
Plaats de iPod in de dockadapter.
● Een iPod verwijderen:
•
Haal de iPod voorzichtig uit de dockadapter.
•
Trek de dockadapter voorzichtig uit het apparaat om de dockadapter
te verwijderen.
!
VOORZICHTIG
Zorg er bij het aansluiten van een iPod voor dat de juiste
dockadapter wordt geplaatst.
Zolang de iPod zich in de dock bevindt, wordt de batterij automatisch
i
opgeladen. Als de batterij volledig is opgeladen, is het laadproces
voltooid.
Audio afspelen
Tijdens het afspelen zijn de volgende functies beschikbaar:
● Druk voor het selecteren van een track op de toets PREV (32) of de toets
NEXT (33) tot de gewenste track is ingesteld.
● Houd de toets PREV (32) of de toets NEXT (33) ingedrukt om de track
vooruit of terug te spoelen.
● Druk eenmaal op de toets PLAY/PAUSE/SCAN (36) om het afspelen te
pauzeren. Druk nogmaals op de toets PLAY/PAUSE/SCAN (36) om het
afspelen te hervatten.
Voor de volgende functies moet de iPod worden ontgrendeld.
● Druk op de toets MENU (38) om een afspeellijst te selecteren.
● Druk op de toets MENU (38) om het iPod-menu te openen.
● Het menu openen en door het menu navigeren:
•
Druk op de toets M+ (42) of de toets M- (43) om een submenu te
selecteren.
•
Druk op de toets ENT (35) om een instelling te selecteren.
30