Afbeelding 1
GEBRUIK
1. Controleer, nadat u de vloerboenmachine uit de verpakking heeft gehaald, of de
bedieningshendel, watertank, wisser en borstels goed gemonteerd zijn.
2. Controleer of de te reinigen werkplek beschikt over de juiste spanningsaansluiting (220- 240
Volt). Een verkeerde netspanning heeft een nadelige invloed op de werking van de borstel en kan
schade en zelfs doorbranden van de machine veroorzaken.
3. In de schoonwatertank (afbeelding 1) kunt u een hiervoor geschikt vloerreinigingsmiddel in de
juiste mengverhouding aan het water toevoegen, deze mag niet schuimen. De vulopening bevindt
zich aan de voorzijde bij het kraantje - symbool.
4. Door de hendel verstelbare stuurgreep (afbeelding 2) omhoog te bewegen kunt u de
bedieningsarm onder een hoek verstellen, waardoor deze op de juiste hoogte komt van de
persoon die met de machine werkt.
5. Wanneer het netsnoer is aangesloten (nadat de machine gevuld en operationeel is) wordt de
borstel in beweging gebracht . De machine gaat bewegen. LET OP dat alleen degene die de
10