schroeven) op uw werktafel.
Zorg ervoor dat tafel en staander
een goede stand hebben.
x) Hou de stroomkabel van uw
boormachine altijd uit de buurt
van boren of van bewegende
delen.
y) Hou kleine of ronde
werkstukken niet vast met
de hand, maar bevestig ze
altijd met de bankschroef.
Zorg ervoor dat het werkstuk goed
tussen de twee bekhelften van de
schroefklem bevestigd is en goed
blijft zitten.
z) Bij een te sterke kracht of als
het werkstuk niet voldoende
bevestigd is, bestaat er gevaar
op kantelen.
aa) Controleer voor en tijdens het
gebruik regelmatig of alle
schroeven stevig blijven zitten.
Controleer de staander regelmatig
op eventuele beschadigingen. Door
trillingen kunnen schroeven tijdens
de werkzaamheden loskomen.
Gebruik uw boorstaander niet als u
ergens beschadigingen vaststelt.
ab) Gebruik alleen boren
die geschikt zijn voor het
materiaal van het werkstuk.
Slijp of vervang stompe boren.
ac) Grijp nooit in de werkzone van
de boor.
ad) Let altijd op de boordiepte.
Anders bestaat het risico dat u
de werktafel beschadigt.
ae) Respecteer de
veiligheidsrichtlijnen in
de handleiding van uw
boormachine en op de
verpakking van uw boor.
4. Vóór gebruik
Boorstaander en pakket
controleren
• Neem de boorstaander en de accessoires
uit de verpakking.
• Controleer of het pakket volledig is (zie
hoofdstuk "Inhoud van het pakket met de
levering" en "Omschrijving onderdelen").
• Controleer of de boorstaander of de
accessoires beschadigd zijn.
• Gebruik de boorstaander niet bij schade
of als er onderdelen ontbreken.
Montage
OPMERKING!
De bevestigingsschroeven mogen niet te
vast aangedraaid worden zodat de
grondplaat niet overspant of vervormt.
Voor de montage hebt u nodig:
-
1 steeksleutel maat 10
-
de inbussleutel maat 5 die in het pakket
zit
• Geef de zuil
13
in de overeenkomstige
uitsparing in de grondplaat
met de schroeven in het pakket. (Afb. A).
• Fixeer daarna de hendelkop
door de fixeerschroef
• Monteer de hendelarm incl. handgreep
9
op de hendelkop (afb. B). Draai de
schroeven zo vast mogelijk.
• Bevestig de bankschroef
grondplaat. Steek de schroeven door de
twee langgaten
2
op de bankschroef.
Bevestig de bankschroef door de
schroeven eerst rechts en dan links in de
geleidingsgroeven
11
steken (afb. C).
• Draai schroeven en moeren niet te vast aan,
zodat de grondplaat en de bankschroef niet
beschadigd geraken.
en fixeer die
10
15
op de zuil
vast te draaien.
1
op de
6
op de grondplaat te
09