Positionering
•
Plaats de uitlaat van de ventilator in de gewenste richting.
•
Zet de ventilator in verticale positie op de vloer of op een
platform.
LET OP!
Zet de TEV-ventilator niet op plaatsen waar deze is
blootgesteld aan trillingen of schokken.
Trillingsdempers (aanbevolen optie)
Wij adviseren het gebruik van trillingsdempers voor geluids-
en trillingsisolatie in gevoelige omgevingen.
Monteer de trillingsdempers en installeer de TEV-ventilator als
volgt op de vloer of op een platform:
Fig. 4.1
•
TEV-385 | TEV-595:
Monteer de trillingsdempers (B) (4 stuks) onder de
ventilator en draai ze vast met de bouten (A).
TEV-765 | TEV-985:
Monteer de trillingsdempers (B) (6 stuks) onder de
ventilator en motorsteun en draai ze vast met de bouten
(A).
•
Gebruik de montagegaten
bevestigingsmateriaal (niet meegeleverd, materiaal
afhankelijk van het type vloer) om de trillingsdempers aan
de vloer vast te maken.
C
Fig. 4.1
Trillingsdempers
Aansluiting van de ventilatorinlaat
Flexibel verbindingsstuk (aanbevolen optie)
Wij adviseren het gebruik van een flexibel verbindingsstuk op
de inlaat om het geluid en de trillingen van de ventilator te
verminderen.
Sluit de inlaat van de ventilator als volgt aan op een kanaal of
slang:
Fig. 4.2
•
Schuif het flexibele verbindingsstuk (I) over de inlaat van
de ventilator.
A (8x)
•
Draai de eerste slangklem (G) vast.
B
•
Schuif de andere kant van het verbindingsstuk over het
C
kanaal of de slang.
•
Draai de tweede slangklem (H) vast.
Aansluiting van de ventilatoruitlaat
3.
TEV-385 | TEV-595:
- trillingsdempers type TEV/AV-35; bevestigingsgaten Ø 8 mm
TEV-765 | TEV-985:
- trillingsdempers type TEV/AV-79: bevestigingsgaten Ø 11,5 mm
0000100437/01FEB2024/D TEV | SAF
(C) en geschikt
3
A
B
D E
Flexibel verbindingsstuk en verloopstuk (aanbevolen
opties)
Wij adviseren het gebruik van een flexibel verbindingsstuk op
de uitlaat om het geluid en de trillingen van de ventilator te
verminderen en ter voorkoming van schade aan het kanaal.
Daarnaast adviseren wij het gebruik van een verloopstuk (van
vierkant naar rond).
Sluit de uitlaat van de ventilator als volgt aan op een kanaal:
Fig. 4.2
•
Draai de bouten, sluitringen en moeren van het
uitblaasrooster (F) los.
•
Verwijder het rooster
4
C
•
Monteer het verloopstuk (E) aan de ventilator met de
bouten (A), sluitringen en moeren van het rooster. Draai de
bouten vast.
•
Schuif het flexibele verbindingsstuk (D) over het
verloopstuk.
•
Draai de eerste slangklem (B) vast.
•
Schuif het flexibele verbindingsstuk over het kanaal
•
Draai de tweede slangklem (C) vast.
A (8x)
B
C
D E
Fig. 4.2
Aansluiting van de ventilatorinlaat en -uitlaat
VOORZICHTIG
In het geval dat de ventilator niet direct naast het
filtersysteem (indien aanwezig) wordt geïnstalleerd,
zorg er dan voor dat het afzuigkanaal voldoende
wordt ondersteund ter voorkoming van schade.
4.4.2
SAF
Het inlaatpaneel (zie Fig. 2.2F) bevindt zich aan de linkerkant
van de kast. Als u de inlaat liever aan de rechterkant heeft,
kunt u het inspectieluik (zie Fig. 2.2D) en het achterpaneel
(zie Fig. 2.2G) verwisselen.
Indien gewenst:
F
•
Maak het achterpaneel en het inspectieluik los met de
meegeleverde vierkantsleutel.
•
Installeer ze aan de tegenovergestelde kant.
•
Draai de kast 180 graden om. Het inlaatpaneel bevindt zich
nu aan de rechterkant.
G
Positionering
H
•
Plaats de ventilator op de gewenste positie.
•
Zorg ervoor dat de ventilator waterpas staat. Gebruik
indien nodig de stelvoeten om de ventilator volledig
horizontaal te zetten.
I
4.
Het rooster is overbodig
A
B
.
F
G
H
I
6