1.
Zorg ervoor dat er niets voor de luchtuitblaas en de
luchtaanzuig van de airconditioner kan komen.
2.
Controleer of de airconditioner goed is geaard.
3.
Controleer of de batterijen van de afstandbediening
nog goed zijn, ander vervang deze.
4.
Controleer de buitenopstelling (beugels, balkjes)
als deze zijn beschadigd vervang deze.
1.
Schakel de voeding uit.
2.
Reinig de filters en het binnen en buitenunit
3.
Maak ruimte rondom het buitenunit en verwijder alle obstakels.
4.
Controleer het buitenunit op beschadigingen of roestvorming, repareer dit eventueel.
5.
Dek eventueel het buitenunit af als de airconditioner niet wordt gebruikt.
Air Trade Centre Nederland BV , 2011
en
Controle voor gebruik
Onderhoud na gebruik
16