ARGINA TECHNICS • Anthonis De Jonghestraat 50 • 9100 Sint-Niklaas • T +32 3 780 55 20 • F +32 3 766 37 89 • info@argina.com • www.argina.com
2. BEDIENING
2.1. Algemeen
2.2. Aanduidingen en besturing
2.2.1. Indicatielampjes
2.2.2. Bedieningshandelingen
3 - 06.2013
Het controlepaneel is samengesteld uit indicatie LEDs, drukknoppen en 2 displays.
Wanneer de centrale volledig uitgeschakeld of spanningsloos is, zal de eerste minuut de boodschap '- --' op het scherm verschij-
nen. Gedurende deze tijd worden de koppen geïnitialiseerd.
Het display toont de informatie van 8 detectiekoppen ( '1' tot '8' op het display '#' ) en de centrale in het algemeen ( aangeduid
door '-' op het display '#' ).
Men kan steeds voor één van deze 9 mogelijkheden opteren door de toetsen 'UP' en 'DOWN' te gebruiken. De informatie van de
geselecteerde detector verschijnt dan op het scherm gedurende 15 sec.
In het geval dat één van de detectoren een alarm geeft, of indien de gasconcentratie boven de 10 % LEL stijgt, wordt deze
detector automatisch weergegeven op het scherm.
Indien er een kortsluiting op één van de detectorlijnen is zal 'SC' op alle detectoren gemeld worden.
Indien er een lijnbreuk naar een detector is, of de rustwaarde van de detector is weggedrift, dan zal de nummer van deze
detector verschijnen samen met 'F' .
ALARM
De rode LED brandt wanneer 1 van de detectiekoppen boven de alarmdrempel komt of wanneer evacuatie gegeven wordt.
FAULT
De gele LED brandt wanneer zich een storing voordoet, meestal in combinatie met één van de andere storingsleds.
MAINS FAULT
Brandt bij netstoring.
BATTERY FAULT
Brandt indien een batterijstoring wordt vastgesteld. De batterijaansluiting wordt elke 10 minuten gecontroleerd, alsook 4 se-
conden na elke 'RESET' .
DETECTOR
Brandt indien een detector in fout-toestand is, bijvoorbeeld bij lijnbreuk of na uitdienststelling.
SILENCE
Brandt indien de 'SILENCE'-toets is ingedrukt.
Actieve LED' s gelden steeds voor de detector waarvan het nummer op het display '#' verschijnt. Als het display '-' toont, gelden
de brandende LED' s voor de ganse centrale.
EVACUATION
Door op deze knop te drukken, zullen de 3 alarmrelais in werking treden alsook de interne buzzer en het alarmled.
IN/OUT OF USE
Zet een detector in of uit bedrijf (selecteer eerst een detectornummer met de UP/DOWN-toetsen).
RESET
Reset de centrale en test ondertussen ook de visuele en aanduidingen van de centrale.
SILENCE
Stopt de zoemer van de centrale, zowel bij storing als bij alarm en kan de alarmrelais laten afvallen, afhankelijk van de program-
matie.
LAMPTEST
Test de LEDs en de zoemer van de centrale.
Conventionele gasdetectiecentrale G8 - handleiding
3/5