3 INstALLAtIE vAN DE LINEGUARD
het lineguard system dient zo dicht mogelijk bij de ingang van de waterleiding in het gebouw te worden
geplaatst. in ieder geval moet het systeem achter de hoofdkraan worden geplaatst, en voordat de
leidingen zich opsplitsen.
deze handleiding verstrekt uitsluitend algemene richtlijnen. de installatie dient aan alle van toepassing
zijnde lokale richtlijnen te voldoen en door een gecertificeerde installateur te worden uitgevoerd.
3.1 Bevestiging van de LineGuard
de lineguard dient met geschikt materiaal op de wand te worden bevestigd. de wand dient vlak te zijn
en stevig genoeg om de lineguard te dragen. het is aan te bevelen om de lineguard ten minste 600
mm boven het vloeroppervlak te monteren, zodat er voldoende ruimte is voor de waterleidingen. ook is
in dit geval het scherm van de controle unit op ooghoogte en gemakkelijk af te lezen. daarnaast is het
nodig om aan de bovenkant van de lineguard 100 mm vrije ruimte te houden voor het verwisselen van de
modules.
3.2 Aansluiting op het waterleidingnetwerk
de lineguard dient zo dicht mogelijk bij de ingang van de waterleiding in het gebouw te worden
geplaatst. in ieder geval moet het systeem achter de hoofdkraan worden geplaatst, en voordat de
leidingen zich opsplitsen. om de lineguard te installeren, moeten eerst drie stuks 22 mm leidingen
worden aangesloten, (zie onderstaand figuur 1).
1 - Afvoer
2 - Gefilterd water
3 - Inkomend water
ø 22 mm waterleiding
1
2
3
figuur 1: aansluiting van de LineGuard
waarschuwing: Voordat de lineguard wordt geïnstalleerd, dienen de waterleidingen achter het
lineguard systeem grondig te worden gereinigd. mogelijk in de waterleiding aanwezige biofilm kan
anders het gefilterde water direct weer verontreinigen.
4
nl
Voor een correcte installatie van de lineguard zie onderstaand installatieschema. een compleet
installatieschema vindt u achter in deze handleiding. iedere afwijking van het aanbevolen
leidingenschema kan leiden tot het niet goed functioneren van de lineguard.
3B
3A
2
4
5
figuur 2: installatieschema
de afsluitkranen moeten direct aan allebei de kanten van de filtermodule worden geplaatst (figuur 2,
positie 1 en 3). Voor een groter installatiegemak adviseren wij een afvoerkraan met een geïntegreerde
drain te gebruiken. we raden aan om een volledig geïntegreerde terugstroombeveiliging te monteren
aan de voedingszijde van het systeem. dit biedt een efficiënte bescherming tegen verontreiniging van het
drinkwatersysteem. de waterdruk in het lineguard systeem mag niet hoger zijn dan 4 bar. wanneer de
geldende waterdruk hoger is dan 4 bar, dient er een drukreduceerventiel en een drukbeveiligingsventiel
(figuur 2, positie 7 en 8) te worden geïnstalleerd tussen de hoofdkraan en de lineguard.
zorg er voor dat de capaciteit van de afvoer groot genoeg is om de waterstroom gedurende de spoelcycli
af te voeren. een vuistregel in dit verband is: meet de maximale flow zonder montage van de lineguard
(zijnde de maximale flow op dit punt in het systeem). de capaciteit van de afvoer dient tenminste deze
flow aan te kunnen. als dit op een of andere manier niet mogelijk is, adviseren wij u een kraan op de
afvoerleiding te monteren. stel deze kraan in gedurende de opstartprocedure (zie 3.5). zorg ervoor dat
deze kraan nadien verzegeld wordt.
1B
1A
8
7
6
1 - Hoofdkraan met geïntegreerde
drain
2 - Bypass kraan
3 - Gefilterd water kraan met
geïntegreerde drain
4 - Afvoerkraan
5 - Afvoer
6 - Terugstroombeveiliging
7 - Drukreduceerventiel
8 - Drukbeveiligingsventiel
Alle bovengenoemde appendages worden niet
meegeleverd met de LineGuard
nl
5