Inhoudsopgave
Advertenties
Om te vermijden dat de toelaatbare temperatuur wordt overschreden, mag de
elektropomp HORNET niet langer dan 5 minuten tegen een gesloten vulklep
transporteren.
4.2. Normale werking
Drooglopen vermijden.
Na het vulproces moet de vulklep van de tank / het reservoir worden gehaald.
Een defecte slang kan verontreinigingen veroorzaken.
De vulslang (6) mag niet op de grond blijven liggen om beschadigingen ervan bv.door
overrijden te vermijden.
4.2.1.
a) Elektropomp inschakelen, handhefboom (15) bedienen.
b) Vulklep in vulreservoir houden resp.in voertuigtank steken en vulhefboom
naargelang gewenst slagvolume naar boven duwen.
c) Elektropomp uitschakelen en vulklep op de tank plaatsen.
4.2.2.
a) Elektropomp inschakelen, handhefboom (15) bedienen.
b) Automatische vulklep (12) in vulreservoir houden resp.in voertuigtank steken en
vulhefboom (13) naargelang gewenst slagvolume naar boven duwen resp. met
vastzetclip (22) vergrendelen.
Automatische vulklep A 2010 schakelt automatisch uit bij gevulde tank (Q min = 12
I/min). Als het tankproces vroeger moet worden beëindigd, vulhefboom (13)
loslaten resp.bij vastgezette hefboom deze kort naar boven trekken en dan
loslaten.
c) Elektropomp uitschakelen en automatische vulklep op de tank plaatsen.
4.3. Noodwerking
Bij stroomuitval kunnen zeer kleine hoeveelheden worden getransporteerd door te
pompen met de handhefboom (15) en geopende automatische vulklep resp.
vulpistool.
4.4. Automatische vulklep A 2010 (optie)
–
De vulklep A 2010 heeft een algemeen controleattest van bouwinspectie (P-TÜ7-
01340). Desgewenst sturen wij u het controleattest graag toe.
–
Er volgt een automatische uitschakeling, als de tank vol is, de vulklep loodrecht
wordt gehouden, de vulklep met vastgezette vulhefboom (13) op de grond valt.
–
De vulhefboom (13) kan met een borgclip voor het tanken worden vastgezet.
–
De veer (16) die rond de afvoer is geplaatst, dient voor de veilige vergrendeling
van de vulklep (12) in een vulmof van de tank.
De automatische uitschakeling van de vulklep functioneert enkel, als de uitvoer met
de daarin liggende sproeier van de sensor (17) niet vervuild is en het debiet niet
kleiner is dan 12 I/min.
44 1268 402-F
HORNET 40
Normale werking bij uitvoering met vulpistool ZP 19
Normale werking bij uitvoering met automatische vulklep A 2010
9
Advertenties
Inhoudsopgave
