4
Kopieën maken
Hoe kopiëren
De volgende stappen beschrijven de
basiskopieerhandelingen.
a
Voer een van de volgende handelingen
uit om uw document te laden:
Plaats het document met de
bedrukte zijde naar boven in de ADF
(automatische documentinvoer) (zie
De automatisch documentinvoer
(ADF) gebruiken uu pagina 35).
Plaats het document met de
bedrukte zijde naar beneden op de
glasplaat (zie De glasplaat gebruiken
uu pagina 36).
b
Druk op de knop Kopiëren op het
aanraakscherm.
Op het aanraakscherm verschijnt
1
1 Aantal kopieën
U kunt het aantal kopieën invoeren
met de numerieke toetsen.
c
Voor meerdere kopieën voert u het
aantal met twee cijfers in (max. 99).
38
d
Druk op Kleur Start of
4
Mono start.
Kopiëren onderbreken
Druk op
om het kopiëren te onderbreken.
Voorgeprogrammeerde
kopieerinstellingen
U kunt kopiëren met diverse instellingen die
reeds voor u in de machine geprogrammeerd
zijn, door er gewoon op te drukken.
De volgende voorgeprogrammeerde
instellingen zijn beschikbaar.
Bon
Normaal
2op1(id)
2op1
2-zijdig (12)
Papier opslaan
a
Plaats het document.
b
Druk op
c
Veeg naar links of rechts om Bon,
Normaal, 2op1(id), 2op1,
2-zijdig (12) of
Papier opslaan weer te geven en
druk vervolgens op de gewenste optie.
d
Voer het gewenste aantal kopieën in.
e
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om meer instellingen te wijzigen
gaat u naar stap f.
Wanneer u klaar bent met het
wijzigen van de instellingen, gaat u
naar stap i.
(Kopiëren).
4
4
4