10
Displaycodes
Soort
Displaycode
code
2 U
2 1 3
2 U
3 4 9
3 A
2 6 4
3 C
2 1 7
3 F
2 7 3
3 L
2 1 4
3 P
2 1 6
3 Y
2 1 5
4 C
2 2 4
4 E
3 4 7
Tabel 25 Displaycodes
Nefit B.V. • http://www.nefit.nl
48
Betekenis
2
De gemeten temperatuur tussen de aan-
voer- en de retoursensor is te groot.
2
Het op laaglast gemeten temperatuurver-
schil tussen de aanvoersensor en de re-
toursensor is te groot.
2
Het stuursignaal of de spanning van de
ventilator is tijdens bedrijf weggevallen.
3
De ventilator draait onregelmatig tijdens
het opstarten.
2
Het cv-toestel is maximaal 2 minuten uitge-
schakeld geweest, omdat het cv-toestel
gedurende 24 uur continu in bedrijf is ge-
weest. Dit is een veiligheidscontrole.
3
Ventilator draait niet tijdens de
opstartfase [0/c/\|.
3
De ventilator draait te langzaam.
3
De ventilator draait te snel.
3
De maximaal- of branderthermostaat heeft
een te hoge temperatuur gemeten en staat
geopend.
2
De retoursensor heeft een hogere cv-wa-
tertemperatuur gemeten dan de aanvoer-
sensor. Na 10 minuten volgt een herstart.
Installatie-instructie • Nefit ProLine HRC 24/CW3, 24/CW4, 30/CW5 • uitgave 09/2011
Oplossing
• Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de
cv-installatie en het cv-toestel.
• Controleer of er voldoende stroming over de
cv-installatie mogelijk is.
• Stel het cv-vermogen af op de grootte van
de cv-installatie.
• Controleer de bekabeling naar de pomp en
de betreffende sensoren. Vervang het onder-
deel indien nodig.
• Controleer de bekabeling en de connectors
van de ventilator.
• Controleer de werking van de ventilator.
Vervang het onderdeel indien nodig.
• Controleer de bekabeling en de connectors
van de ventilator.
• Controleer de werking van het cv-toestel
door de ventilator te vervangen.
• Controleer de connectors van de brander-
automaat.
• Controleer de werking van het cv-toestel
door de branderautomaat te vervangen.
• Controleer de bekabeling en de connectors
van de ventilator.
• Controleer de werking van het cv-toestel
door de ventilator te vervangen.
• Controleer de connectors van de brander-
automaat.
• Controleer de werking van het cv-toestel
door de branderautomaat te vervangen.
• Controleer of er voldoende stroming over de
cv-installatie mogelijk is.
• Controleer de branderpakkingen op lekkage
van rookgassen. Vervang indien nodig de
branderpakkingen.
• Controleer de gas-luchtverhouding.
• Controleer de werking van de maximaal- of
branderthermostaat. Vervang het onderdeel
indien nodig.
• Controleer of de bekabeling van de retour-
en aanvoersensor niet zijn omgedraaid.
• Controleer de bekabeling en de connectors
van de betreffende sensoren.
• Controleer de werking van de betreffende
sensoren. Vervang het onderdeel indien no-
dig.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden!