Dixell
Dixell
XT110C - XT111C
Eéntrapsthermostaat
1. ALGEMENE WAARSCHUWING
1.1
VOORALEER U DEZE HANDLEIDING
GEBRUIKT
Deze handleiding wordt, voor later gebruik, het best dicht bij de regelaar
•
bewaard.
De regelaar mag niet gebruikt worden voor andere doeleinden dan
•
hieronder beschreven. Het toestel mag niet als veiligheidstoestel worden
gebruikt.
Controleer het toepassingsbereik alvorens verder te gaan
•
1.2
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN
Controleer of de voedingsspanning correct is vooraleer het toestel aan te
•
sluiten.
Stel het toestel niet bloot aan water of vocht, gebruik de regelaar enkel
•
binnen het aangegeven toepassingsbereik en vermijdt plotselingen
temperatuursveranderingen bij hoge vochtigheid om condensvorming te
voorkomen.
Waarschuwing : verwijder alle elektrische verbindingen voor U
•
onderhoudswerkzaamheden op het toestel uitvoerdt.
Het toestel mag nooit geopend worden. Indien dit toch zou gebeuren
•
vervalt de garantie onmiddellijk.
In het geval het toestel defect raakt kunt u het opsturen naar uw verdeler
•
met de vermelding van de aard van het defect, de datum van
ingebruikstelling en de datum van de vaststelling van het defect.
Respecteer de maximale toegelaten stromen door de relais van de
•
toestellen (zie technische gegevens).
Voor de goede werking van het toestel is het heel belangrijk dat alle
•
ingangssignalen (sondes, digitale ingangen) strikt gescheiden worden van
stroomvoerende kabels, relais en voedingen. De draden van de sondes en
de digitale ingangen moeten op min 10 cm van alle stroomvoerende
geleiders gemonteerd worden. Kan dit niet, dan dient afgeschermde kabel
gebruikt te worden (afscherming aan één kant geaard).
Bij gebruik van het toestel in een schakelkast waar zich contactoren
•
bevinden die inductieve lasten schakelen is het aangeraden om parallel
over de spoelen en/of contacten van deze contactoren een RC-keten (type
FT1) te plaatsen. Ook op de voeding van het toestel zelf is he aangeraden
.
om een dergelijke RC-keten te plaatsen
2. ALGEMENE BESCHRIJVING
De XT110C en XT111C zijn ééntrapsthermostaten voor
temperatuur, vocht en druk waar men moet kunnen kiezen tussen
direkte of inverse werking. De ingang kan geconfigureerd dmv een
parameter (afhankelijk van het model) voor :
PTC, NTC;
-
PTC, NTC, Pt100, Thermokoppel J, K, S;
-
4÷20mA, 0÷1V, 0÷10V.
-
3. INGEBRUIKNAME
3.1 INSTELLING SONDE
De
instelling is opgeschreven op het
label
onderstaande procedure om dit
te wijzigen
3.1.1 How to set the probe.
1.
Ga in de programmatie door tesamen op
drukken gedurende 3s.
Pbc (Probe configuration)
2.
Selecteer
SET
.
3.
Selekteer het type sonde :
Temperatuur
Pt
a.
:
= Pt100,
S
thermokoppel K,
= thermokoppel S;
ntc
= ntc.
Stroom of spanningsingang: cur=
b.
10=
0÷1V,
0÷10V
SET
4.
Druk op
om te bevestigen.
uit
aan
5.
Zet de regelaar
en opnieuw
NOTA:
Voor verder te gaan is het best dat U de waardes
LS2, US1 en US2
.
correct insteld
4. HET TOETSENBORD
SET
Om het setpunt te tonen en te wijzigen; in
XT110-111C_V2.doc
Installing and Operating Instructions
Installing and Operating Instructions
programmeerfase om een parameter te selekteren en een
waarde te bevestigen.
AKTIVEREN STANDBY FUNCTIE
geactiveerd is
worden door 4s op deze toets te drukken. Terug
aanzetten gebeurt via dezelfde toets.
o o
In programmeerfase om de parameters te overlopen, of
een waarde te verhogen.
n n
In programmeerfase om de parameters te overlopen, of
TOETSENCOMBINATIES:
o o
n n
+
SET +
n n
SET +
o o
.
4.1 DE LEDS
Een reeks leds worden gebruikt om de status van de uitgangen aan
te duiden. Hierna volgt een beschrijving van iedere functie.
LED
AAN
LED1 KNIPPERT Programmeerfase (knipperen met LED2)
LED2 KNIPPERT Programmeerfase (knipperen met LED1)
E.S.
AAN
AAN
4.2 AFBEELDEN SETPUNT
4.3 WIJZIGEN VAN SETPUNT
4.4 PARAMETERLIJST "PR1" BINNENGAAN
Om de parameterlijst "Pr1" (gebruikersparameters) binnen te gaan,
ga als volgt te werk:
4.5 PARAMETERLIJST "PR2" BINNENGAAN
voorgeprogrammeerde
Het "Pr2" niveau bevat alle configuratie parameters. Hiervoor is een
(zie
figuur).
Volg
paswoord nodig.
1.
Ga naar "
2.
Selekteer de parameter "
3.
Het label "
-
" met een knipperende nul.
SET+
n te
n
4.
Gebruik o
telkens bevestigd met "
en druk op de toets
Het paswoord is "321".
J
c
5.
Als het ingegeven paswoord juist is, krijgt U toegang tot "Pr2"
= thermokoppel J,
=
Ptc
door op "
= PTC;
Een andere werkwijze is als volgt :
0-1=
Na het aanzetten van de regelaar kunt U direkt in niveau 2 (Pr2)
4÷20mA,
door binnen de 30s. op
4.6 HOE PARAMETERS VAN "PR2" NAAR "PR1"
.
EN OMGEKEERD VERSCHUIVEN.
(LS1,
Iedere parameter in niveau "
Pr1
"
" door op
Een parameter aanwezig in "
weergegeven (enkel als u in "Pr2 bent)..
4.7 HOE EEN PARAMETER WIJZIGEN
Om een parameter te wijzigen, doe dit als volgt :
1.
Ga in de
2.
Selekteer de gewenste parameter.
3.
Druk op "
4.
Gebruik
5.
Druk op "
naar de volgende parameter.
OM TE VERLATEN
: Als de functie
(onF=yES), kan de regelaar uitgezet
een waarde te verlagen.
Toetsenbord blokkeren / deblokkeren
Om in de programmatiemode te raken
Om terug te keren naar het uitlezen van de
temperatuur
MODE
FUNCTIE
Uitgang is geactiveerd
Energy saving aktief via digitale ingang
- Signalering ALARM
Pr2
- In "
" duidt dit aan dat de parameter ook
in niveau "Pr1" zit.
SET
1.
Druk op
en laat de toets los.
2.
Om terug de gemeten temp te zien, druk
SET
opnieuw op
of wacht 10s
SET
1. Druk gedurende 2s op
2. De waarde wordt afgebeeld en LED1 & 2
knipperen.
3. Druk op de pijltjes o
o of n
10s om de waarde te wijzigen.
SET
4. Druk op
om de waarde te bevestigen,
of wacht 10s;
SET +
1. Druk gedurende 3s op
2 knipperen).
2. De regelaar duidt nu de eerste parameter in
"Pr1" aan.
Pr1
", zie hierboven.
Pr2
SET
" en druk op "
".
PAS
" wordt knipperend afgebeeld, gevolgd door "
o of n
n om het paswoord in te geven digit per digit,
SET
".
SET
" te drukken bij de laatste digit.
SET
n n
en
te drukken.
Pr2
" kan verplaatst worden naar niveau
"SET +
"
te drukken.
n
n
Pr1"
wordt met een brandende led
Programmeer mode
SET
" om de waarde af te beelden.
o o
n n
om de waarde te wijzigen.
+
SET
" om de waarde te bevestigen en over te gaan
o o
SET +
: Druk
of wacht 15s.
X T 1 1 0 C – X T 1 1 1 C
X T 1 1 0 C – X T 1 1 1 C
NOTA
: De waarde wordt opgelsagen zelfs al wordt de
programmeerfase verlaten door time-out.
4.8 HOE HET TOETSENBORD BLOKKEREN
1.
Druk gedurende meer dan 3 s de toetsen
2.
De boodschap "POF" wordt afgebeeld en het toetsenbord is
geblokkeerd. Nu is het enkel mogelijk om het setpunt, min en
max temperatuur te zien
3.
Als een toets langer dan 3s wordt ingedruk, de boodschap
"POF" wordt afgebeeld.
4.9 HOE HET TOETSENBORD DEBLOKKEREN
Druk gedurende meer dan 3s de toetsen o
Pon
"
" wordt afgebeeld.
4.10 ON/OFF FUNCTIE
OM HET TOESTEL AAN/UIT TE ZETTEN
onF=yES
, kan door op
worden uitgezet. Om hem terug aan te zetten dient U opnieuw op
SET
te drukken.
5. SONDES EN MEETBEREIK
Sonde Laagste waarde
NTC
-40°C/-40°F
PTC
-50°C / -58°F
Pt100
-200°C / -328°F
TcK
0°C / 32°F
TcJ
0°C / 32°F
TcS
0°C / 32°F
6. PARAMETERLIJST
Hy1 Intervention differential for set point1
Schakeldifferentieel voor instelpunt 1. Het kan zowel positief als
.
negatief zijn. De werking wordt bepaald met parameter SC1:
dir
in
= direct of
LS1 Minimum set point :
n binnen de
minimum toegelaten waarde van instelpunt.
US1 Maximum set point :
maximum toegelaten waarde van instelpunt.
S1C Action type output 1
S1C=in
S1C=dir
drukstijging);
gen/drukdaling).
AC Anti-short cycle delay
tussen afschakelen en terug inschakelen (anti pendel)
n n
(LED1 &
on Minimum time a stage stays switched ON
tijd dat een uitgang AAN blijft.
ono: Minimum time between 2 following switching ON of the
same load
(0÷120 min) Min tijd tussen 2 opeenvolgende
activaties van dezelfde uitgang.
ALC Alarms configuration:
relatief tov setpunt;
ALL Minimum alarm
Sc.-Set|) de lage alarmgrens is het setpunt min de waarde in
ALL (SET-ALL).
0 -
Scale ÷ ALu) de lage alarmgrens is de waarde van "ALL"..
ALU Maximum alarm: Met ALC=rE:
Sc.-Set|) de hoge alarmgrens is het setpunt plus de waarde in
ALU (SET+ALU).
(ALL÷Full Sc.) de hoge alarmgrens is de waarde van "ALU".
ALH Temperature alarm for alarm recovery:
Differentieel voor de alarmgrenzen, altijd positief).
ALd Alarm delay:
(0÷999 min) tijdsinterval tussen de detectie van
een alarmtoestand en het signaleren van dit alarm.
dAo Delay of alarm at start-up
opstarten van het toestel waarbij het alarm niet kan geactiveerd
worden.
So1 Output 1 status with faulty probe
relais 1 indien de sonde defect is : So1=
on
So1=
gesloten uitgang.
tbA Status of alarm relay after pushing a key. (enkel XT111C):
status alarmrelais na het drukken op een toets :
gedesactiveerd;
AS Alarm relay configuration (enkel XT111C):
het alarmrelais :
klemmen 4-6 gesloten in alarm.
LCI Start of scale, only with current or voltage input
(-1999÷1999) Uitgelezen waarde die overeenkomt met een
ingangssignaal van 4mA, of 0V.
UCI End of scale, only with current or voltage input
(-1999÷1999) Uitgelezen waarde die overeenkomt met een
ingangssignaal van 20mA, 1V, of 10V.
oPb Probe calibration
van het toestel te kalibreren.
rES Decimal point ON/OFF
decimaal punt gewerkt wordt : rES=
1592002210
o o
n n
in.
+
o en n
n tesamen in, tot
: Als de parameter
SET
te drukken langer dan 4s de regelaar
Hoogste waarde
110°C / 230 °F
150°C / 302°F
600°C / 1112°F
1300°C / 1999°F
600°C / 1112°F
1400°C / 1999°F
REGULATION
(-Full Sc. / Full Sc.).
= invers.
(Down Sc.÷ Set) Instellen van de
(Set÷ Full Sc) Instellen van de
: selecteer de werking van uitgang 1 :
inverse
werking
(verwarmen/bevochtigen/
directe werking (koeling/ ontvochti-
: (0÷250 sec) Instelling van de min. tijd
(0÷250 sec) Min.
ALARMS
Configuratie van de alarmgrenzen :
Ab
absolute temperaturen.
Met ALC=rE:
:
relatief tov setpunt, (0÷|Down
Met ALC=Ab
absolute temperatuur, (Down
relatief tov setpunt, (0÷|Full
Met ALC=Ab:
absolute temperatuur,
(0,1÷Full scale)
: (0÷23.5h) Periode na het
: Bepaalt de stand van
oFF
open uitgang;
oFF
= relais
on =
relais blijft geactiveerd.
Configuratie van
cL =
klemmen 4-6 open in alarm;
PROBES AND DISPLAY
:
: (-Full sc.÷Full sc.) laat toe om de uitlezing
: Bepaalt of er al dan niet met een
in
zonder decimalen;
rE
oP =
1/3