8.1
Gebruik
Sluit het opblaaspistool 11 op de compressor aan zoals aangegeven in het hoofdstuk „2 -
1.
AANSLUITING VAN DE ACCESSOIRES OP DE COMPRESSOR‟.
2.
In geval van opblazen van banden en sommige fietsbanden is het niet nodig om een
adapter aan te brengen (fig. 7). Druk op het lipje E (fig. 5) en sluit de slang van het pistool
op de band aan, door het koppelstuk op het ventiel te drukken en het lipje los te laten.
3.
Blaas de band op door op de hendel te drukken F (fig. 6). Laat de hendel los en lees op
de manometer G van het pistool de bereikte druk af. Herhaal de handeling totdat de
gewenste druk wordt bereikt. In geval van overmatig opblazen kan de druk verlaagd
worden door op de knop H te drukken. Attentie: houd de hendel niet te lang ingedrukt
zonder de bereikte druk te controleren, want dit kan het ontploffen van het voorwerp dat u
opblaast tot gevolg hebben.
4.
In geval van opblazen van voetballen, opblaasboten, sommige fietsbanden, luchtbedden
en opblaasbadjes voor kinderen moet een adapter worden gebruikt (fig. 7). Adapter 8
wordt voor voetballen gebruikt. Adapter 9 wordt voor opblaasboten, luchtbedden en
kinderzwembadjes gebruikt. Adapter 10 wordt voor sommige fietsbanden gebruikt. Kies
de juiste adapter en druk deze in de opblaasslang door op het lipje E (fig. 8) te drukken.
Laat dit lipje los zodra adapter is ingebracht. Draai vervolgens de adapter iets rechtsom
om hem vast te zetten.
5.
Blaas het voorwerp op zoals beschreven onder punt 3).
8.2
Raadgevingen voor gebruik
Gebruik het opblaaspistool minstens eens per twee weken om te controleren of de banden op
de juiste druk zijn. Dit vermindert het brandstofverbruik, verhoogt de levensduur van de
banden en verhoogt de veiligheid omdat de remweg afneemt en de manoeuvreerbaarheid van
het voertuig toeneemt.
8.3
Onderhoud
Reinig het opblaaspistool en de adapters niet met oplosmiddelen, ontvlambare of giftige
vloeistoffen.
9 BLAASMOND
Voor het verwijderen van stof en vuil
Attentie: het wordt aangeraden om een veiligheidsbril te dragen wanneer
men het blaaspistool gebruikt.
Richt de persluchtstraal nooit op mensen of dieren. Let erop dat u niet stof
en vuil naar u zelf of andere personen blaast.
9.1
Gebruik
1.
Draai de opblaasslang (B) van het lichaam van het opblaaspistool (A) los (B) (fig. 1).
Schroef de blaasmond (13) op het lichaam van het pistool en trek hem stevig aan (fig. 2).
Om deze handelingen te vereenvoudigen, kan het gebruik van een steeksleutel nodig
zijn.
Sluit het pistool op de compressor aan, zoals aangegeven in hoofdstuk «2 –
2.
AANSLUITING VAN DE ACCESSOIRES OP DE COMPRESSOR».
3.
Richt het pistool op het te reinigen oppervlak en druk op de hendel F (fig. 9). De
luchtstroom kan gevarieerd worden door de hendel F meer of minder in te drukken.
9.2
Raadgevingen voor gebruik
Copyright © 2011 VARO
POWX170
P a g e
| 7
NL
www.varo.com