3. Plaats de geheugenkaart in de geheugenkaartgleuf zoals wordt weergegeven in het
diagram. Druk naar beneden tot vergrendeling optreedt.
4. Sluit het batterijklepje.
Als u een geheugenkaart plaatst, moet u er voor zorgen dat de inkeping van de kaart
overeenkomt met de markeringen bovenop de kaarthouder.
Om de geheugenkaart te verwijderen, opent u de batterijklep. Druk vervolgens
voorzichtig op de geheugenkaart om hem uit te werpen, en verwijder hem
voorzichtig.
19