6.0 Bedieningsinstructies
Veiligheidsmeldingen als richtlijn
6.1.
6.1.1.
VUUR KAN GEVAARLIJK ZIJN – Gebruik altijd een vuurscherm conform
BS 8423:2002 Vuurschermen voor gebruik bij apparaten met vaste
brandstoffen in de aanwezigheid van kinderen, oudere mensen of lichamelijk
zwakke mensen.
6.1.2.
Voer GEEN modificaties aan het apparaat uit, aangezien dit een veilige
werking ernstig kan compromitteren.
6.1.3.
NIET LATEN OVERGLOEIEN - het is mogelijk om de kachel boven de
ontworpen capaciteit ervan te laten branden. Dit kan de kachel echter
beschadigen, dus let op tekenen van overgloeien. Als enig deel van de kachel
rood begint te gloeien, inclusief het keerschot of de brandstofhouder, is er
sprake
dienovereenkomstig worden aangepast. Laat de kachel nooit gedurende
lange perioden zonder toezicht achter zonder eerste de bedieningselementen
aan te passen op een lagere en veilige instelling - u moet te allen tijde een
voorzichtige luchtregeling toepassen.
6.1.4.
WAARSCHUWING - ROOKUITSTOOT
Als dit apparaat op de juiste wijze is geïnstalleerd en wordt bediend, wordt er geen rook
uitgestoten. Er kan incidenteel rook optreden door ontassen en het bijvullen van brandstof, maar
dit is normaal gesproken niet zorgwekkend. Hardnekkige rookuitstoot is echter mogelijk
gevaarlijk en mag niet worden getolereerd.
Als de rookuitstoot standhoudt, dan moet de volgende onmiddellijke actie worden ondernomen:
-
1. Open deuren en ramen om de ruimte te ventileren
2. Laat het vuur uitgaan of verwijder de brandstof uit het apparaat en gooi het op veilige
wijze weg.
3. Controleer op blokkering van het rookkanaal of de schoorsteen en reinig dit zo nodig.
4. U mag het vuur pas weer aansteken als de oorzaak is geïdentificeerd en gecorrigeerd.
Vraag zo nodig professioneel advies aan schoorsteen- of kachelspecialisten.
Belangrijk! – Plaats geen afzuigventilator in dezelfde ruimte als dit apparaat.
6.1.5. IN HET GEVAL VAN EEN SCHOORSTEENBRAND
Sla alarm om het anderen in huis te laten weten.
Bel de brandweer.
Verlaag het brandniveau van het apparaat door alle luchtregelingen volledig te sluiten.
Verplaats meubels en tapijten uit de buurt van de brandhaard en verwijder eventuele
ornamenten in de buurt.
Plaats een vuurscherm of vonkenscherm voor de kachel.
Leg uw hand op de schoorsteenmantel om te controleren op tekenen van bovenmatige
hitte.
U mag het vuur pas weer aansteken als de schoorsteen- en rookkanaalafvoer door een
professional is onderzocht.
Als de muur heet wordt, haalt u de meubels erbij weg. Zorg dat de brandweer toegang tot uw
dakruimte krijgt om dit gebied op tekenen van verspreiding van het vuur te kunnen controleren.
6.1.6. CO-ALARMEN
Uw installateur heeft als het goed is een CO-alarm in dezelfde ruimte als het apparaat
aangebracht.
Als
"Waarschuwingsmelding" hieronder.
WAARSCHUWING Als het CO-alarm onverwacht afgaat:
van
overgloeien
het
alarm
onverwacht
18
en
moeten
de
afgaat,
volgt
u
Purevision PVR-cilinderkachel
bedieningselementen
de
instructies
onder
Uitgave
03 07/20