Wit- en zwartpuntwaarden instellen
De wit- en zwartpuntwaarden zijn ingesteld van 255 tot 0 voor R, G en B. Verandering van wit-
en zwartpuntwaarden zorgt voor kalibratie van het beeld zonder echt wit of zwart.
Dubbelklik op de knop voor wit- of zwartpunt. Het venster Point
Value Setting verschijnt.
Voer de nieuwe wit- of zwartpuntwaarden in en klik op OK.
Terwijl het dialoogvenster open blijft, kunt u de muisaanwij-
zer gebruiken om een willekeurig punt in het prescan-beeld
te meten. Het RGB-venster toont links de originele waarden
van het gescande beeld en rechts de huidige waarden.
Kalibreer het beeld zoals beschreven bij de wit-, zwart- en grijspuntcorrecties.
Beeldcorrecties bijhouden – Snapshot-knop
Het is mogelijk beeldcorrecties tijdelijk op te slaan als een thumbnail naast het weergegeven
beeld. Klik op de Snapshot-knop op de tool-balk om een thumbnail met de huidige beeldcorrec-
ties op te slaan.
Om terug te keren naar een
eerdere beeldcorrectie klikt u
op de betreffende snapshot-
thumbnail. Het thumbnail-beeld
vervangt het huidige beeld. Het
aantal snapshots dat kan wor-
den gemaakt wordt uitsluitend
beperkt door het geheugen van
de computer. Wilt u een snap-
shot wissen, klik dan op de
thumbnail en druk op Delete-
toets van het toetsenbord.
Weergaveveld snapshots
69