3004257-2014-09-10
Menu 7.3 - Vorstbeveiliging wisselaar
7.3 Vorstbev.wisselaar
Ontdooitemp. >
0.0
°c
Aantal herstarts >
10
T
ice
Geadviseerde in-
stelling, T
ice
Fijnafstelling van
T
ice
Het afregelen gaat
als volgt
Alarm 32024
Bij lange periodes
med minder toe-
voerlucht
De ontdooi-icoon wordt iedere keer als de unit ontdooit zichtbaar - maar alleen
in het gebruikersmenu.
Kies in het menu bij welke temperatuur het ontdooien moet starten.
Woning: T
= 0°C
ice
Kantoor/school: T
= -5°C
ice
Aangezien ijsvorming in de tegenstroomwisselaar sterk afhankelijk is van het vocht-
gehalte van de afvoerlucht en de luchtdebieten, wordt geadviseerd om de installatie
af te regelen nadat deze in bedrijf is gesteld. Fijnafstelling van T
energieverbruik verminderen.
Controleer of er ijs aanwezig is als het icoontje
gegeven. Als er geen ijs aanwezig is als het icoontje wordt getoond, dan kan T
worden verlaagd met 1K. De installatie dient enige tijd in de gaten gehouden te
worden door de hoeveelheid ijs in de wisselaar regelmatig te controleren. Als T
is verlaagd tot het optimale punt voor gebouw en omstandigheden, is er ijs aanwezig
als het icoontje
wordt getoond.
Als de installatie alarmnr. 32024 "Bevroren tegenstroomwarmtewisselaar" toont,
moet T
met 1K-2K worden verhoogd.
ice
Als ontdooiing van de warmtewisselaar tot gevolg heeft dat de toevoerlucht onge-
wenst en langdurig wordt beperkt (het icoontje
weergegeven) verdient het aanbeveling om het vermogen van het verwarmings-
element als volgt op te voeren:
1. Verhoog de aanvoertemperatuur (TE-SPT).
2. Als het verwarmingslement een HCW small is, vervang deze dan door een groter
verwarmingselement
Installatie opstarten voor inbedrijfstelling
43/76
kan het jaarlijks
ice
op het display wordt weer-
wordt veelvuldig en langdurig
ice
ice