Opmerkingen
Voorbeelden voor de aansluiting
van leidingen
Aanbeveling:
Ontluchtingsvat
(op het hoogste
punt installeren)
Aansluiting aan beide zijden
(tot 10 collectoren mogelijk)
Het aansluiten van meerdere collectorvelden volgens Tichelmann
4
Opmerkingen / voorbeelden van
leidingaanleg
De collectoren moeten tussen zuidoostelijke en zuidwestelijke richting (optimaal:
naar het zuiden) opgesteld worden. In geval van een afwijkende richting aub onze
deskundige adviseurs raadplegen. Bomen, aangrenzende gebouwen, schoor-
stenen enz. dienen zo weinig mogelijk schaduw op het collectoroppervlak te
werpen. Houd rekening met de verschillende zonnestanden (zomer - winter).
De afstand tussen de bovenste kopse kant van de zonnecollector tot aan de
onderkant van de nok van het dak moet minstens 3 dakpannen bedragen zodat
de voedingsleiding opgaand in de dakruimte kan gelegd worden.
In sneeuwrijke gebieden moet ervoor gezorgd worden dat de sneeuw van de
collector kan glijden. Er mogen zich dus geen dakopbouwen in het verlengde
van het collectoroppervlak bevinden. Om veiligheidsredenen mogen de dwar-
slatten en de dakpannen onder de dakhaken niet beschadigd zijn (gebroken,
doorboord, verouderd), anders kunnen deze bij extreme sneeuwbelasting
breken. Bij twijfelgevallen moeten het lattenwerk en / of de dakpannen op deze
plaatsen vernieuwd worden.
Bovendien is het in het geval van montage op het dak nuttig om de dakpannen
onder de dakhaken door een metalen dakbedekking te vervangen.
Houd rekening met de sneeuwbelasting overeenkomstig DIN 1055-5!
Een collectorveld bestaat uit max. 5 collectoren in geval van aansluiting een-
zijdig links of rechts en uit max. 10 collectoren in geval van aansluiting aan
beide zijden.
Aansluiting eenzijdig, links
(tot 5 collectoren mogelijk)
Aansluiting eenzijdig, rechts
(tot 5 collectoren mogelijk)
Aansluiting aan beide zijden
(tot 10 collectoren mogelijk)
Art.-Nr.: 30 62 304_0408