Verwijderen en plaatsen van de bekleding
1. Duw de voorstoel van de auto naar voren als u het zitje in de
achterstoel van de auto wilt installeren.
2. Plaats de wig op de onderkant van het zitje; positioneer de
haken in het gat. (42) roteer de wig tot je klik hoort. (43, 44)
3. Plaats de rugleuning rechtop als u het zitje in de voorstoel
van de auto wilt installeren.
4. Plaats het zitje in voorwaartse positie zonder de stoelbeugel
en de vloersteun in opgevouwen toestand achter het zitje.
5. zet het zitje op de autostoel. Open de gordelklemmen. (45)
6. Ontgrendel de bedieningshendel van de hoofdsteun, houd de
hoofdsteun rechtop en duw deze naar beneden. (46)
7. Trek de heupgordel om de basis van het zitje en klik de
autogordel vast. (47)
8. Plaats de heupgordel over de autogordelgeleidingshaak. (48)
9. Leid de schoudergordel door de gordelklemmen. Let er op
dat de gordel niet gedraaid zit. (49)
10. Druk het zitje stevig in de autostoel. Het zitje is nu klaar
voor gebruik.
11. een strakke installatie is zeer belangrijk voor voorwaarts
gerichte zitjes. Trek de autogordel als volgt aan (49): Trek de
schoudergordel omhoog (a). Houd de schoudergordel bij (b)
stevig vast. sluit de gordelklem aan de binnenzijde (C). Trek
aan het bovenste gordeldeel en sluit de gordelklem (D). (50)
12. Verstel de autogordelgeleidingshaak met de ratel naar buiten.
Draai net zo ver totdat het zitje stevig in de rugleuning van
de autostoel drukt. Duw de hoofdsteun in de juiste positie
(zie 'Het kind plaatsen' op blz. 18). Het zitje is nu klaar voor
gebruik. (51)
16
Het zitje verwijderen
1. Haal de spanning van de autogordel door de
autogordelgeleidingshaak zover mogelijk naar binnen te
schuiven met de ratel.
2. Duw als het zitje op de achterstoel is geïnstalleerd de
voorstoel zo ver mogelijk naar voren.
3. Maak de gordelklemmen los en ontgrendel de sluiting van de
autogordel.
4. Verwijder de autogordel en haal het zitje uit de auto.
17