34
•
Verwijder de PC card wanneer deze niet wordt gebruikt. Deze
blijft anders stroom verbruiken.
•
Bewaar de batterij op een droge en koele plaats. De aanbevolen
temperatuur is 10°C tot 30°C. Hogere temperaturen laten de
batterij sneller leeglopen.
•
Te veel opladen verkort te levensduur van de batterij.
•
Wees zuinig op de adapter en batterij.
Waarschuwing batterij-leeg
Let op de Windows Power Meter wanneer u de batterij gebruikt.
Waarschuwing! Wanneer de waarschuwing batterij-leeg
Waarschuwing! Wanneer de waarschuwing batterij-leeg
Waarschuwing! Wanneer de waarschuwing batterij-leeg
Waarschuwing! Wanneer de waarschuwing batterij-leeg
verschijnt, moet u zo snel mogelijk de adapter aansluiten.
verschijnt, moet u zo snel mogelijk de adapter aansluiten.
verschijnt, moet u zo snel mogelijk de adapter aansluiten.
verschijnt, moet u zo snel mogelijk de adapter aansluiten.
Wanneer de batterij leeg is, schakelt de computer zichzelf uit en
Wanneer de batterij leeg is, schakelt de computer zichzelf uit en
Wanneer de batterij leeg is, schakelt de computer zichzelf uit en
Wanneer de batterij leeg is, schakelt de computer zichzelf uit en
gaan gegevens verloren.
gaan gegevens verloren.
gaan gegevens verloren.
gaan gegevens verloren.
Wanneer de waarschuwing batterij-leeg verschijnt, is de aanbevolen
aanpak afhankelijk van de situatie:
Situatie
Situatie
Situatie
Situatie
Adapter en lichtnet
zijn beschikbaar.
Extra volledig
opgeladen batterij is
beschikbaar.
Adapter of lichtnet is
niet beschikbaar. U
heeft geen
reservebatterij.
Aanbevolen Handeling
Aanbevolen Handeling
Aanbevolen Handeling
Aanbevolen Handeling
1 Steek de adapter in de computer en sluit deze aan
op het lichtnet.
2 Sla alle noodzakelijk bestanden op.
3 Hervat het werk.
Schakel de computer uit wanneer u de batterij snel
Schakel de computer uit wanneer u de batterij snel
Schakel de computer uit wanneer u de batterij snel
Schakel de computer uit wanneer u de batterij snel
wilt opladen.
wilt opladen.
wilt opladen.
wilt opladen.
1 Sla alle noodzakelijk bestanden op.
2 Sluit alle toepassingen.
3 Schakel de computer uit.
4 Vervang de batterij.
5 Schakel de computer in en hervat het werk.
1 Sla alle noodzakelijk bestanden op.
2 Sluit alle toepassingen.
3 Schakel de computer uit.
Werkend op batterijen