2. Aansluiten
2.1
Voeding & Input voor Onderhoud
OSIDevice kan worden aangesloten op de voeding van de
installatie of door middel van een adapter (230V/12V).
Het is van belang dat de voeding een CE-keur heeft zodat de
kwaliteit van de voeding gewaarborgd is.
Het OSIDevice heeft een voedingspanning nodig van 12V DC
tot maximaal 24V DC en heeft een gemiddelde
stroomafname van 50 mA bij 12V met piekstromen tot 70
mA.
Het is niet toegestaan om het Device op een bron met
wisselspanning koppelen, hier kan OSIDevice van
defect raken.
12/24V dient te worden aangesloten op de 12/24V
aansluiting.
GND dient te worden aangeboden op de GND-
aansluiting
Klem 3 & 4 zijn bedoeld om het device in onderhoud te zetten. (I/O & GND)
Contact geopend is device in normaal bedrijf.
Contact gesloten is device in onderhoud bedrijf.
2.2
Data ingang
2.2.1 Aansluiten via RS232 :
Sluit RX van de in te koppelen installatie aan met de TX van OSIDevice.
Sluit TX van de in te koppelen installatie aan met de RX van OSIDevice.
Sluit GND van de in te koppelen installatie aan met de GND van OSIDevice.
RS232 heeft een maximale lengte van circa 12 meter. (Afhankelijk van de Baudrate en kwaliteit kabel)
Instellingen voor de Baudrate etc., kunnen in de meegeleverde software worden ingesteld.
2.2.2 aansluiten via RS485:
Sluit A van de in te koppelen installatie aan met A van OSIDevice
Sluit B van de in te koppelen installatie aan met B van OSIDevice
RS485 heeft een maximale lengte van circa 2 kilometer
OSIDevice beschikt over 1 data ingang. Het device kan geleverd worden met een
RS232 of een RS485 datapoort. Deze poort wordt gebruikt om de data uit de
gekoppelde installatie in te lezen.
5