6.6
Gebruiker - modus: Programmeren van een spoorwegovergang
Als voorbeeld voor de instelmogelijkheid in de gebruikersmode wordt de aansluiting van een
spoorwegovergang met knipperend licht van een Andreaskruis beschreven.
Aan de klemmen 1 en 4 van de groep A wordt het licht van het Andreaskruis en aan de
klemmen 2 en 3 de overwegbomen aangesloten. De bediening zal met de beide toetsen
(toets "rood" en "groen") van de eerste wissel plaatsvinden.
Als eerste worden de effecten van de uitgangen ingesteld: De uitgang 1 en 4 zullen
knipperen en de uitgang 2 en 3 alleen worden ingeschakeld (normaal aan/uit). In het
effectenregister van de uitgang zijn de waarde
• CV#128= 4
• CV#129= 0
• CV#130= 0
• CV#131= 4
In te voeren.
In de tweede stap worden de uigangen vastgelegd, die bij de bediening van de "rode" of
"groene" druktoets (knop) in of uitgeschakeld wordt.
Met de toets "rood" worden de uitgang 1 tot 4 bediend. Overeenkomstig de tabel voor
CV#160 zijn daarvoor de getalwaarde van de gebruikte uitgang op te tellen en de som in de
CV in te voeren (1+2+4+8=15).
• CV#160 = 15
Met de toets "groen" worden de uitgang 1 tot 4 bediend. Overeenkomstig de tabel voor
CV#161 zijn daarvoor de getalwaarde van de gebruikte uitgangen op te tellen en de som in
de CV in te voeren (1+2+4+8=15).
• CV#161 = 15
Bij de bediening van de toets "rood" zal de uitgang 1 tot 4 uitgeschakeld en bij "groen" de
uitgang 1 tot 4 worden ingeschakeld. Overeenkomstig de tabel voor CV#145 zijn daarvoor de
getalwaarde van de ingeschakelde uitgangen op te tellen en de som in de CV in te voeren
(1+2+4+8=15)
• CV#144 = 0
• CV#145 = 15
(uitgang 1 knippert)
(uitgang 2 normaal aan/uit)
(uitgang 3 normaal aan/uit)
(uitgang 4 knippert)
Alle uitgangen bij "rood" uitgeschakeld
Alle 4 uitgangen bij "groen" ingeschakeld.
22