Applicaties
Camera-instellingen
Tik op
op het voorbeeldscherm.
De beschikbare opties kunnen verschillen afhankelijk van de opnamestand en camera die
worden gebruikt.
• F otogrootte (achter) / Fotogrootte (voor): fotoresolutie selecteren. Gebruik van een hogere
resolutie resulteert in foto's van hogere kwaliteit, maar neemt meer geheugen in beslag.
• V ideogrootte (achter) / Videogrootte (voor): videoresolutie selecteren. Gebruik van een
hogere resolutie resulteert in video's van hogere kwaliteit, maar neemt meer geheugen in
beslag.
• G ebaren instellen: instellen dat het apparaat uw handpalm detecteert bij het maken van een
zelfportret.
• V oorbeeldweerg. foto opslaan: de afbeelding omkeren, zodat een spiegelbeeld van de
originele opname wordt gemaakt bij het maken van foto's met de camera aan de voorzijde.
• H ulplijnen: hulplijnen weergeven in de zoeker om te helpen bij het samenstellen van het beeld
bij de selectie van onderwerpen.
• L ocatietags: een GPS-locatietag toevoegen aan de foto.
• D e sterkte van het GPS-signaal kan afnemen op locaties waar het signaal wordt
geblokkeerd, zoals tussen gebouwen of in laaggelegen gebieden, of in slechte
weersomstandigheden.
• U w locatie kan worden weergegeven op uw foto's wanneer u deze uploadt naar het
internet. Schakel de instelling voor locatietags uit om dit te voorkomen.
• F oto's bekijken: het apparaat instellen zodat foto's worden weergegeven nadat ze zijn gemaakt.
• S nel starten: het apparaat instellen om de camera te starten door twee keer snel op de
starttoets te drukken.
• O pslaglocatie: de geheugenlocatie selecteren voor opslag.
• F unctie volumetoetsen: instellen dat het apparaat de volumetoets gebruikt om de sluiter- of
zoomfunctie te bedienen.
• I nstellingen resetten: de camera-instellingen resetten.
53