9 Inbedrijfstelling
9.2.1
Het minimum debiet controleren
1 Controleer de hydraulische configuratie om te weten
welke ruimteverwarmingslussen gesloten kunnen
worden door mechanische, elektronische of andere
kleppen.
2 Sluit alle ruimteverwarmingslussen die kunnen
worden gesloten.
3 Start het proefdraaien van de pomp (zie
testen" [ 4 48]).
"9.2.4 Stelmotoren
(a)
4 Lees het debiet
af en wijzig de instelling van de
omloopklep om het vereiste minimumdebiet + 2 l/min
te bereiken.
(a)
Tijdens het proefdraaien van de pomp kan de unit onder dit
vereiste minimumdebiet werken.
Bij...
Koeling
Verwarmen/ontdooien bij
buitentemperatuur boven –5°C
Verwarmen/ontdooien bij
buitentemperatuur onder –5°C
Productie van warm tapwater
9.2.2
Ontluchten
Voorwaarden: Zorg ervoor dat de werking volledig is uitgeschakeld.
Ga
naar
[C]
In
werking
Ruimteverwarming/-koeling en Tank uit.
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur.
Zie
"Het gebruikertoegangsniveau
2 Ga naar [A.3]: Inbedrijfstelling > Ontluchting.
3 Selecteer OK om te bevestigen.
Resultaat: Het ontluchten begint. Het stopt
automatisch wanneer de ontluchtingscyclus is
voltooid.
Om het ontluchten handmatig te stoppen:
1 Ga naar Ontluchting stoppen.
2 Selecteer OK om te bevestigen.
9.2.3
Om te testen
Voorwaarden: Zorg ervoor dat de werking volledig is uitgeschakeld.
Ga
naar
[C]
In
werking
Ruimteverwarming/-koeling en Tank uit.
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op
Installateur. Zie
"Het gebruikertoegangsniveau
wijzigen" [ 4 37].
2 Ga naar [A.1]: Inbedrijfstelling > Testbedrijf
werking.
3 Selecteer een test in de lijst. Voorbeeld:
Verwarming.
4 Selecteer OK om te bevestigen.
Resultaat: Het testen start. Het testen stopt
automatisch wanneer voltooid (±30 min).
Om het testen handmatig te stoppen:
1 Ga in het menu naar Stop testrun.
2 Selecteer OK om te bevestigen.
INFORMATIE
Als de buitentemperatuur buiten het werkgebied is, kan de
unit mogelijk NIET werken of kan deze mogelijk de vereiste
capaciteit NIET leveren.
Installatiehandleiding
48
—
—
—
—
Dan bedraagt het vereiste
minimumdebiet...
20 l/min
22 l/min
28 l/min
en
schakel
de
werking
—
wijzigen" [ 4 37].
—
en
schakel
de
werking
—
—
De aanvoerwater- en tanktemperatuur controleren
Tijdens het testen kan de correcte werking van de unit gecontroleerd
worden door de aanvoerwatertemperatuur (stand verwarming/
koeling) en de tanktemperatuur (stand warm tapwater) op te volgen.
Om deze temperaturen te controleren:
1 Ga in het menu naar Sensoren.
2 Selecteer de temperatuurgegevens.
9.2.4
Stelmotoren testen
Doel
Voer een stelmotortest uit om te controleren of de verschillende
stelmotoren goed werken. Wanneer u bijvoorbeeld Pomp selecteert,
zal de pomp worden getest.
Voorwaarden: Zorg ervoor dat de werking volledig is uitgeschakeld.
Ga
naar
[C]
In
werking
Ruimteverwarming/-koeling en Tank uit.
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur.
Zie
"Het gebruikertoegangsniveau
2 Ga naar [A.2]: Inbedrijfstelling > Testbedrijf
stelmotoren.
3 Selecteer een test in de lijst. Voorbeeld: Pomp.
4 Selecteer OK om te bevestigen.
Resultaat: Het testen van de stelmotoren start. Het
testen stopt automatisch wanneer voltooid (±30 min).
Om het testen handmatig te stoppen:
1 Ga in het menu naar Stop testrun.
2 Selecteer OK om te bevestigen.
Mogelijke vormen van testen van de stelmotoren
▪ Boosterverwarming-test
▪ Back-upverwarming 1-test
▪ Back-upverwarming 2-test
▪ Pomp-test
INFORMATIE
Zorg ervoor de het systeem volledig ontlucht is vooraleer
te testen. Vermijd tevens storingen in het watercircuit
tijdens het testen.
▪ Tweewegklep-test (3-wegklep voor schakelen tussen verwarmen
van ruimten en tank opwarmen)
▪ Bivalent signaal-test
▪ Alarm uitgang-test
▪ Koel-verwarmsignaal-test
▪ Omlooppomp WTW-test
9.2.5
De dekvloer van de vloerverwarming
drogen
Voorwaarden: Zorg ervoor dat de werking volledig is uitgeschakeld.
Ga
naar
[C]
In
werking
Ruimteverwarming/-koeling en Tank uit.
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur.
Zie
"Het gebruikertoegangsniveau
2 Ga naar [A.4]: Inbedrijfstelling > Dekvloer
droging.
3 Selecteer een droogprogramma: ga naar Programma
en gebruik het programmeringsscherm UFH
Dekvloer drogen.
en
schakel
de
werking
—
wijzigen" [ 4 37].
—
en
schakel
de
werking
—
wijzigen" [ 4 37].
EBLA09~16D + EDLA09~16D
Daikin Altherma 3 M
4P620239-1B – 2022.05