Download Print deze pagina

BEMOOV M12 Handleiding pagina 2

Advertenties

B — Het stuur afstellen
1.
Draai het stuur linksom en lijn
het uit met het voorwiel.
2.
Draai de twee stuurpenklembouten met de
wijzers van de klok mee vast totdat u voldoende
weerstand voelt om de stuurpen vast te zetten
*
*
(maximumkoppel: 6 N m
).
Newtonmeter
2. draai vast
2. draai vast
2. draai vast
2. draai vast
1. draaien
1. draaien
3.
Draai het stuur naar voren en omhoog
°
om de remhendel op 35
te zetten.
35°
35°
3 . draaien
3 . draaien
BELANGRIJK
Het niet goed vastdraaien van de verschillende stuurpenschroeven kan ernstige
ongelukken veroorzaken. Controleer of de stuurinrichting stevig vastzit, pak je de
handvatten met je twee handen vast :
— Controleer of het stuur stevig vastzit aan de stuurpen, door het naar
beneden of naar boven te draaien.
— Vergrendel het voorwiel tussen uw 2 benen en controleer, door links en
rechts te draaien, of de stuurpen stevig vastzit op de vorkkroon. Er mag
geen beweging waar te nemen zijn.
Draai anders de verschillende schroeven vast om het maximale aanhaalmoment van
8 Nm te bereiken. Raadpleeg bij twijfel de technische informatie of neem contact op
met ons ondersteuningsteam via onze website www.bemoovbikes.com
2
4.
Controleer de centrering van het stuur ten
opzichte van de stuurpen aan de hand van de
lijnen die op de stuurpen zijn gegraveerd.
5.
Draai de 4 schroeven van het stuurpenafdekking
kruiselings met de wijzers van de klok mee vast,
volgens het nevenstaande schema. Het aandraaien
van elk van de schroeven
moet gelijkwaardig zijn, zodat
1
de ruimte tussen het deksel
en het stuurpenlichaam
gelijk is voor de 4 schroeven.
(maximaal aanhaalmoment:
*
3
6 N m
). Draai de stuurpendop
niet vast. Draai de dop van de
Kruisklemming
stuurpen niet vast.
niet vastdraaien
niet vastdraaien
5 . draai vast
5 . draai vast
4 . centrum
4 . centrum
kids moove the world !
1.
2.
voeten plat op de grond kan hebben met de
knieën licht gebogen als het in het zadel
zit.
3.
4
BELANGRIJK
2
U moet enige klemdruk voelen wanneer de
snelspanhendel gesloten is. De mate van snel
aandraaien kan worden aangepast door de moer af
te stellen wanneer de hendel open is: draai met de
klok mee om vast te draaien of tegen de klok in om
los te laten.
Monteer de zadelpen nooit boven de aangegeven
maximaal toegestane hoogte, met het risico de
zadelpen of de zadelbuis te breken.
3
. Veiligheidsinstructies
Als u de volwassene, ouder of ver-
antwoordelijke voogd bent, raden
wij u aan de veiligheidsinstructies
voor het eerste gebruik zorgvuldig
te lezen.
— Elke Bemoov-fiets is aangepast
aan het gewicht van het kind van
de leeftijd die overeenkomt met het
model. Respecteer de toegestane
gewichtslimieten: BEMOOV 12: maxi-
maal 25 kg.
— Uw Bemoov loopfiets is ontworpen
om door jonge kinderen te worden
bereden op glooiend en glad terrein.
Als uw kind zijn loopfiets buiten zijn
limieten gebruikt, bestaat er een re-
eel risico op storingen die tot ernstig
letsel kunnen leiden.
— Onze loopfiets voldoet niet aan de
verkeersregels. Het mag daarom niet
op de openbare weg worden gebruikt.
— Zorg ervoor dat uw kind tijdens
het fietsen altijd een geschikte helm
draagt
C — De zadelhoogte aanpassen
Open de snelspanner.
Stel de zadelhoogte zo in, dat uw kind de
Sluit de snelspanner.
l i m i e t
l i m i e t
openen
openen
kids moove the world !
sluiten
sluiten
— Zorg ervoor dat de helm goed is
— Laat uw kind niet fietsen bij nat weer
afgesteld volgens de instructies van
en op gladde ondergrond. Hou er
de fabrikant.
rekening mee dat de remprestaties
en grip onder deze omstandigheden
— Zorg ervoor dat uw kind bescher-
aanzienlijk worden verminderd.
mende kleding draagt.
— Zorg ervoor dat kinderen zich ervan
— Zorg ervoor dat hij stevige, slipvaste
bewust zijn dat loopfietsen bewe-
schoenen draagt. Controleer of er
gende delen hebben en deze niet
niets verstrikt kan raken in de wielen.
kunnen aanraken als ze in bewe-
Rijd nooit op blote voeten.
ging zijn. Spaken, banden en andere
bewegende delen kunnen ernstig
— Zorg ervoor dat uw kind zijn nieuwe
letsel veroorzaken als ze tijdens het
loopfiets kan leren kennen in een vei-
rijden worden aangeraakt. Dit risico
lige omgeving en onder uw controle.
bestaat ook als de loopfiets niet in
Laat uw kind nooit zonder toezicht
beweging is.
rijden. Laat uw kind nooit rijden in de
buurt van hellende terreinen, trappen
— Om verstikkingsgevaar te voorko-
of wateren.
men, dient u ervoor te zorgen dat
uw kind de ventieldop van de band
— Zorg ervoor dat uw kind snel be-
niet kan losmaken. Anders moet het
grijpt hoe de achterrem werkt. Deze
worden verwijderd.
vaardigheid wordt niet altijd geleerd
bij zeer jonge kinderen. Daarom is
— Zorg ervoor dat de stuurhoekbe-
een verantwoorde aanwezigheid van
grenzer (ontworpen om gevaarlijk
een volwassene altijd noodzakelijk.
sturen te voorkomen) nog stevig is
Controleer of het kind ten allen tijde
bevestigd.
veilig kan stoppen door de remhendel
te gebruiken of door de voeten op de
grond te zetten.
draaien
draaien
3

Advertenties

loading