Transport en opslag
Transport
Gebruik voor het transport van het apparaat een geschikt tas,
om het apparaat te beschermen tegen inwerkingen van
buitenaf.
Opslag
Houd bij het niet gebruiken van het apparaat rekening met de
volgende opslagcondities:
• droog.
• op een plaats die beschermd is tegen stof en direct
zonlicht.
• evt. met een hoes tegen indringen van stof beschermen.
Bediening
Functietest
Controleer voor elke spanningstest de correcte werking van het
apparaat bij een bekende spanningsbron.
Opmerking:
Om technische redenen, kan het instrument gelijkspanning
binnen een bereik van ca. 0V +/- 6V niet weergeven.
Spanningstest
Opmerking:
Zorg dat u voor het controleren van een stopcontact de
meegeleverde punten op de beide meetpennen schroeft. Dit
maakt een het controleren van de spanning bij het stopcontact
eenvoudiger.
NL
1. Houd de spanningstester alleen vast aan de hiervoor
bedoelde handgrepen en grijp nooit buiten de
greepbegrenzingen.
2. Breng de beide meetpennen (1, 4) naar de te meten
meetpunten.
ð De LED-indicatie (2) gaat branden op basis van de
aanwezige spanning.
ð De LED-indicatie (2) toont het spanningstype en de
betreffende polariteit. Brandende + en - indicatie
tegelijk, is er sprake van wisselspanning.
Aardlekschakelaar testen
Via de TEST-toets (3) kan de werking van een aardlekschakelaar
worden gecontroleerd (RCD-test).
Wordt contact gemaakt met fase en aardleider en wordt
tegelijkertijd op de test-toets gedrukt, wordt een aardlek
gesimuleerd en zal de betreffende aardlekschakelaar (RCD)
uitschakelen. Schakelt de aardlekschakelaar niet uit, moet de
elektrische installatie worden gecontroleerd door een
elektromonteur.
Bedieningshandleiding – spanningstester BE17
4